Het is zondag, een dag die z'n naam eer aandoet. Want het is een zonnige dag. Hier en daar ook aardig wit, maar de zon is nog vrij krachtig. Het is hier merkbaar een christelijk dorp. Op de zondagen ziet men hier veel wandelaars. Zo ervaar ik dat dan, met de beelden van de zondag uit mijn jeugd, toen die dag nog een echte rustdag was. Een rustdag die ik in mijn zondagse kleding moest doorbrengen met op de achtergrond de radio.
Vanmiddag hebben we gewandeld. Fenna moest uit en die plicht hebben we aangegrepen om ons zelf ook maar uit te laten. Eerder was Sonja bezig geweest met het maken van gevulde Indische aardappelkroketjes. Niet bepaald een doodzonde. Na de overigens lekkere wandeling ben ik aan het zondigen geslagen.
Van huis uit heb ik geleerd orgaanvoedsel te eten. En ik ben er nog steeds gek op. Op latere leeftijd, kreeg ik van mijn huisarts te horen dat ik het orgaanvoedsel beter kon laten staan. Hij moest dat herhalen, want ik wist niet wat ik hoorde! Geen lever meer? Geen tong en/of niertjes? Geen lever- en bloedworst meer?
Ik heb zijn advies toch maar opgevolgd. Sindsdien, ik heb het over de jaren 80, heb ik het eten van orgaanvoedsel flink teruggeschroefd. Niet helemaal, hoor. Maar wel voor zo'n 80 á 90%. Dat is toch heel wat? Maar af en toe zondigen moet kunnen. Vandaag was het dus zover. Ik heb kippenlevertjes gebakken in een kleine wok. Met wat gesnipperde ui, een paar tenen knoflook, fijn gemalen rawit (zeer hete pepertjes!), wat verse paprika, peper, zout en ketjap.
Lekker voor bij de rijst! En niet te vergeten, de volgende dag op een geroosterde boterham. En dan is het weer op. Dan duurt het weer een behoorlijk aantal zondagen, voordat ik weer zal zondigen.