Toen ik nog werkte was kleding belangrijk. Ik vertegenwoordigde immers een bedrijf. Zodra ik ergens een opdracht uitvoerde, lette ik goed op de kleedcultuur binnen dat bedrijf. Al het enigszins kon, paste ik me dan aan. Ik ben één keer op mijn kleding aangesproken. De directeur van een bedrijf kwam naar mij toe en zei : "Willem, als ik in spijkerbroek op kantoor kom, dan hoef jij geen pakkie aan." Ik vond het prima. Al moet ik wel zeggen, dat mijn nette pakken mij toen ook lekker zaten.
Mijn nette pakken heb ik inmiddels weggegooid. Een rituele daad, want ik nam daarmee afscheid van het wereldje waarin ik tot dan veel tijd doorbracht.
Vandaag kreeg ik de geest mijn outfit eens te vernieuwen. Ik wilde wat truitjes kopen met een andere kleur dan grijs en/of zwart. Wat vrolijker in donkere dagen en als het even kan zonder die drukke printen erop. Ik wil geen wandelende reclamezuil zijn. Sonja ging ook mee en dat scheelde weer. Ik bedoel, zij kijkt tegen mijn truien aan als ik erin rondloop. Ik niet. Het resultaat is een donkerrode en groene trui en toch weer iets met zwart en grijs, een vest. De laatste kleurencombinatie doet me onwillekeurig denken aan de geitenwollen sokken. En de mensen die daarin rondliepen/-lopen. Dat waren vaak de links georiënteerde lieden. Sociale academie en zo. Maar goed, ik heb nu dus zo'n sok als vest. Met een zware (meegenomen) tas en een lichtere bankrekening op het internet fietsten we weer huiswaarts.
Kopen is een ding, er moeten dan ook weer wat truitjes de deur uit. Die gaan, als het even kan, in de container bestemd voor kleding en schoenen. Nee, ik ben niet bepaald een 'dedicated follower of fashion'.