dinsdag 5 januari 2016

Wat doet internet met mij?

Steeds meer krijg ik de indruk, dat de smartphone voor velen een onmisbaar apparaatje is geworden. Er zijn mensen die helemaal in paniek raken als ze een tijdje zonder dat ding moeten doorbrengen. Ik vergelijk het met iemand die verslaafd is aan roken. Vaak heb ik het idee dat de internetverslaving ook gevaarlijk is voor de gezondheid en de ontwikkeling van de mens.
Alles is namelijk erg gemakkelijk op te zoeken. Men wordt er lui en gemakzuchtig van. Leve Google! Dat opzoeken via internet is voor mij net als spieken op school : kennis voor het moment. Aldus verkregen informatie wordt niet in mijn geheugen opgeslagen. Voor velen is de smartphone een soort extern geheugen. De vraag is alleen of de gebruikers ervan wel de juiste keuzes maken uit de resultaten die Google hen presenteert.
Tom gebruikt ook internet
Daarvoor heb je toch wel wat aanvullende kennis nodig. Maakt Google dom? Nee, maar mijn kennis groeit niet meer zo hard als voor het internet tijdperk. Ik heb immers een enorm groot extern geheugen erbij gekregen.
Als ik iets wat op papier gezet is lees, gaat me dat veel gemakkelijker af dan wanneer ik iets op een scherm moet lezen. Het scherm zit vaak vol irrelevante informatie, kleuren en beelden, die mij afleiden of anderszins het lezen lastig maken. Soms is het zo erg, dat ik zo'n druk opgemaakte pagina subiet wegdruk. Ik denk daarom, dat het concentratievermogen van de smartphone gebruikers geleidelijk afneemt en dat de getoonde informatie niet optimaal geselecteerd en/of opgenomen / verwerkt wordt. En omdat het op internet staat wordt de info ook niet onthouden. Daar staat wel tegenover dat mijn brein geleerd heeft met internet om te gaan. Mijn eigen kennis en ervaring en mijn analytisch vermogen bepalen nog steeds wat ik wel of niet aanneem als waarheid.
Eigenlijk verwachtte ik dat de mens met de nieuwe technologie ook slimmer zou worden. Maar dat is dus alleen het geval, wanneer men er zeker van is dat de gevonden informatie correct is. Om daarachter te komen, moet men toch weer een beroep doen op diens eigen kennis / geheugen. En die neemt volgens mij af. Ik werk gelukkig achter een desk top. Zo'n ding steek ik niet gemakkelijk in mijn zak. Dat scheelt in mijn ontwikkeling. Denk ik.