vrijdag 29 januari 2016

Een hond die bij me past

waaks en...
Midden jaren 70, we waren net getrouwd, besloten we een hond te nemen en voorlopig nog geen kinderen. En zo kwam de Duitse staande pup Asco in huis. Een ras dat veel beweging nodig heeft, lief is en dus goed bij ons paste. Die hond heeft ons ook veel geleerd over honden in het algemeen.
Nadat Asco was overleden, ze is twaalf jaar geworden, dacht ik na verloop van tijd na over een andere hond. Maar wat voor een?
Een ervaren hondeneigenaar adviseerde mij een psychologische test te doen, om zo erachter te komen welke hond het best bij mij zou passen. En dus ging ik een test doen. Het werd een wat vreemde test, afgenomen door een soort verlopen hippie in een bewierookte donkere ruimte vol brandende kaarsen in een gekraakt grachtenpand in Amsterdam. "Weinig overheadkosten", was mijn eerste conclusie. Ik moest afgezien van het beantwoorden van een vragenlijst, zelfs wat brokken proeven, de hippie besnuffelen en een been optillen. "Het zal wel ergens goed voor zijn", dacht ik toen maar.
De testresultaten werden met mij besproken. Zo moest ik pertinent geen kleine hond nemen, zoals een pincher, yorkshireterriër  of andere muisachtige soorten. "Daarvoor staat u te stevig op uw benen. Zo'n hondje is meer voor instabiele pestkoppen", zei meneer op wat dromerige toon. En hij kon het weten. Een ras dat iets groter is werd ook afgeraden. Daar was ik nog te jong en te energiek voor, volgens hem. Omdat ik volgens de test ook wars wars ben van trends en hypes, helemaal geen Jack Russel. Want mij gaat het om de hond en niet primair om mezelf. En dus kwam de psycho-hippie uit op de grotere rassen. Tot dan was ik het geheel eens met zijn bevindingen.
Geen herdershond, want ik militaire dienst heb ik nooit sergeant willen worden. Dus had ik geen last van zo'n soort commandeer-frustratie.
...recht door zee
Meneer kwam uit op een labrador. "Erg actief en vol humor! Precies zoals u!", zie hij enthousiast. We lieten het daarbij. Ik rekende af. Het mocht in natura, maar ik had geen lsd of marihuana op zak. Met zijn advies verliet ik de donkere, rokerige ruimte.
Toch is het geen labrador geworden. Het was mij namelijk opgevallen, dat mensen die zo'n beest hebben vaak blind zijn. Dus voor mij ook geen labrador met zo'n virus waar ik of een van mijn huisgenoten blind van kan worden. Labradors gaan ook vaak zitten bij iemand die drugs gebruikt of bij zich heeft. Dan schiet een wandeling in Lelystad, Almere of een andere grote stad niet echt op. Het werd uiteindelijk een bouvier. Een echte gezinshond met een krachtige uitstraling en als het erop aankomt, staat ie zijn mannetje. En... mooi zwart haar!