Solidariteit. Ooit was het een haast magisch woord, dat aan het Polen van Lech Walesa en zijn vakbond Solidarnosc deed denken. De leden hadden een gemeenschappelijk doel : een vakbond voor Poolse arbeiders. Een moedig initiatief in het communistisch Polen, waar in die tijd (jaren 70 - 80) nog met harde hand geregeerd werd. Solidariteit als teken van verzet.
Later kwam er een woord bij : moeten. In een aantal gevallen kreeg ik te horen, dat ik solidair moet zijn. Dat was eind jaren 70, toen mijn werkgever op verzoek van klanten besloot uitzendkrachten op grond van hun huidskleur te selecteren. Samen met een paar andere collega's verzette ik me daartegen. Maar mijn werkgever eiste van ons dat we solidair moesten zijn. Hij bond pas in, toen we dreigden met de betreffende schriftelijke opdracht naar een landelijke krant te stappen.
Ook in de privésfeer kreeg ik met een soortgelijk iets te maken. Iemand waar ik vanwege het wangedrag niets mee heb, ging scheiden. Toen ik de ex-partner had gefeliciteerd met zijn verjaardag, kreeg ik te horen dat ik solidair moest zijn met de ander. De ander waar ik totaal geen respect voor had / heb.
Ook in andere gevallen probeerde men mij het solidair zijn op te dringen. Gevolg is dat het woord voor mij een negatieve lading heeft gekregen. Alsof ik omwille van anderen, met andere ideeën, moet afstappen van mijn principes. Solidariteit staat voor mij voor sociale pressie of chantage.