woensdag 20 januari 2016

School


lagere school a/d Kastanjelaan
Vandaag stond ik weer op het schoolplein. Ik keek naar al dat kleine grut en dacht toen : ik ben blij dat ik daar vanaf ben. Van dat schoolgedoe, bedoel ik.
Eerlijk gezegd heb ik het nooit echt naar de zin gehad op school. Op geen enkele school. Ik deed wat ik moest doen, met minimale inspanning. Vaak kreeg ik het gevoel dat ik zinloos bezig was. Misschien had ik toen al andere interesses, al zou ik niet weten welke. Ik was een dagdromer, die als het even kon naar buiten keek. Naar de vogels, die zo vrij rondvlogen en konden gaan waar ze wilden. Ervoer ik school soms als een soort gevangenschap? Ja, dat zeker. Als een naar dagverblijf, de leuke vriendjes en vriendinnetjes ten spijt.
De leerstof kon me ook niet boeien. Niemand heeft mij later ooit gevraagd naar de slag bij Nieuwpoort. Of welke de chemische symbolen zijn voor lood en zink. Of waar Hoogezand ergens ligt. Zo zijn er legio voorbeelden van opgedrongen kennis, waar ik helemaal niets aan heb gehad.
Mijn diploma's waren meer een soort indicatie van mijn lerend vermogen. Niet voor mijn kennis van zaken wat de examenvakken betrof. Ik heb veel geleerd voor het moment. Tenminste, dat heb ik altijd gedacht. Wat mijn bealngstelling had / heeft onthou ik wel beter. Daarom weet ik erg veel vragen goed te beantwoorden als ik een quiz op de tv volg.
Lyceum Kagerstraat
Na de Mulo ging ik naar de HBS. Louter omdat ik toen niet wist wat voor werk ik wilde gaan doen. Niemand zei mij : "Je sleutelt graag aan brommers en kan aardig timmeren. Is een technische opleiding niet iets voor jou?" Ik volgde gewoon slaafs het schooladvies op.
Zo ook toen ik begon met werken in de automatisering. Opleiding zus, cursus zo. Allemaal noodzakelijk (de techniek holde voort), goed voor mijn werk. Maar ook met als achterliggende gedachte van mijn werkgevers : "Dan kan ik Willems tarief weer verder omhoog krikken." En ik? Ik vond het allemaal maar goed. Dus zat ik 's avonds na het werk op mijn 40 ste op de Haagse Hogeschool. Twee avonden in de week, gedurende drie jaar, zei de gek. Ach, ik was nog jong hè.
Ik moet wel eerlijk bekennen, dat ik van mening was en nog steeds ben, dat deskundigheid goed onderbouwd moet zijn met een adequate opleiding. Ik had een hekel aan die gladde praters, die papegaaiden zonder precies te weten waar ze het over hadden. Ze gebruikten vaak veel vakjargon, om de klant zand in de ogen te strooien. Menige klant wilde niet voor dom versleten worden, dus die stelde geen vragen. Het aantal quasi deskundigen is de afgelopen decennia fors gegroeid.
Ze staan soms bij ons voor de deur. Dan vertellen ze mij dat ik (na al die scholen en cursussen nog steeds) dom ben, omdat ik een of andere dure leverancier heb. Alsof ze met zo'n baantje zelf slimmer zijn. Dan denk ik : "Ga toch naar school!" Tja, zo is het dan ook wel weer. School.