zaterdag 30 januari 2016

Bij de mondhygiëniste

Vandaag was het weer zover. Ik lag weer in die lekkere luie stoel bij de mondhygiëniste onder een felle kunstzon. Ze is volgens mij van Turkse afkomst. Beleefd, goed voorbereid (alsof ze mij persoonlijk kent) en sympathiek. De vorige keer had ze de behandeling van haar mannelijke collega overgenomen en ik was toen tevreden over haar werkwijze. Ze vroeg toen of ik het goed vond, voortaan door haar behandeld te worden. Sindsdien doet zij mij.
Omdat ik ondanks het vele Oral B poetsen, flossen en gepruts met tandenstokers toch last heb van tandsteen, doet ze de behandeling in twee delen. Eerst de onder- en vervolgens de bovenkaak. Voor elke deelbehandeling maak ik een afspraak.
Ze vraagt eerst of ik nog klachten heb. Dus begin ik over al dat geheimzinnige en chaotische gedoe rond de azc's en de alsmaar toenemende totalitaire trekken bij B&W's van betrokken gemeenten. En vertel ik haar over die slechte accu van mijn CBX. Omdat ze tijdens de tweede klacht niet naar mij, maar naar iets op het plafond kijkt, begrijp ik dat ze dat soort klachten niet bedoelt. Dus heb ik geen klachten, die haar wel zouden interesseren. Hoewel, over Turkije zeg ik bewust niets, want ze moet nog met mij aan de slag.
Ze inspecteert mijn gebit en gaat vervolgens aan het werk. Ik lig ontspannen te mijmeren over het komende weekend. Dit keer helaas geen Emma op de vrijdag. En ook geen patat. Maar wel erwtensoep met pepesan! Mijn gedachten verspringen van de makreel naar de camper en vervolgens naar Roemenië. Opeens is het stil. Ik kijk haar met open mond verbaasd aan. "U mag even spoelen", zegt ze met haar mooie amandelvormige ogen. Ik zucht (ik lag net zo lekker), kom overeind en spoel twee keer mijn mond. Het piepkleine wasbakje vult zich met rozig water vol knalrode kikkervisjes, die in een kleine draaikolk in de afvoer verdwijnen. Ik kan me niet herinneren wanneer ik die beestjes gegeten zou hebben. Ik laat me weer in de ruststand vallen en doe mijn mond open. Voordat ik wat kan zeggen, zit er een spiegeltje en een haak in. Krab, krab, krab klinkt het door mijn hele hoofd. Snel maar weer terug naar de camper in Roemenië.
Ik vind het nog steeds niets afgezogen te worden. Ook niet door haar. Dat zuigding grijpt vaak mijn wang vast en geeft me het gevoel alsof een leraar op het punt staat mij bij mijn kaken te pakken. Zoals vroeger soms gebeurde. Ik krijg er ook zo'n gek bekkie van. Voor de rest heb ik geen klachten. Na het polijsten mag ik weer nar de receptie voor een volgend afspraak. De rest van de dag moet ik rekening houden met het feit, dat ik voorlopig niet op mijn tandvlees kan lopen. Rustig aan dus.