woensdag 27 januari 2016

Een moord in het dorp


© BG Cortslaan
Soms zijn ze vrij volledig en soms beperkt tot een paar woorden. Ik heb het over mijn jeugdherinneringen aan Leiderdorp. Veel van die korte flitsen heb ik later kunnen uitbouwen tot zo goed als complete verhalen. In de meeste gevallen zijn ze mij verteld. Later ben ik het internet gaan gebruiken om via mail enz. bij voormalig klasgenoten en/of vrienden navraag te doen of antwoorden op een andere manier te zoeken.
Dit keer ben ik op zoek gegaan naar het verhaal rond een moord, die in mijn geboortedorp gepleegd is in de jaren 50. In mijn kindergeheugen bleef het bij "een moord in het dorp", waar nogal geheimzinnig overgedaan werd. In mijn beleving zat ik toen nog niet op de 'grote' school of net wel. Het was in die periode dat het over een moord in ons dorp gonsde. Over de 'moord in het dorp' vond ik na enig speurwerk het volgende :

"Op de laatste dag van de maand juli van 1954 (dus) is in Leiderdorp een oude vrouw vermoord aangetroffen in haar woning aan de Hoofdstraat - Jaagpad. Dat was op een zaterdagochtend. Een buurvrouw had het slachtoffer na half acht 's morgens nog gegroet. Ongeveer een halfuur later kwam een jongeman haar de opgehaalde huur brengen. Omdat hij achterom geen gehoor kreeg, liep hij naar de voorkant van het huis. Daar zag hij een briefje op het raam met de tekst "Afwezig tot 15 augustus" en een neergelaten gordijn. Omdat hij zich daarover verbaasde informeerde hij een familielid, dorpsbakker De Bruijn. Diens vrouw haastte zich direct naar de woning, omdat ze het een vreemd verhaal vond. Het neergelaten gordijn en het briefje waren voor haar redenen om direct de politie te waarschuwen.
De politie trof de 75-jarige bewoonster liggend op de vloer van de huiskamer aan. Ze was met een Lodalinefles op het hoofd geslagen en vertoonde steekwonden in de hals.
Het onderzoek naar de laffe moord werd geleid door de commandant van de Rijkspolitie te Leiderdorp, de adjudant E. Kronenburg. Nog voor de begrafenis van de weduwe wist de politie, op basis van aangetroffen vingerafdrukken op de deur, een 37-jarige man op te pakken die niet ver van het huis van het slachtoffer woonde. Hij stond in het dorp niet goed aangeschreven. Zijn vingerafdrukken waren hem bij eerdere aanhoudingen afgenomen. Hoewel de verdachte eerst ontkende en zelfs anderen beschuldigden, kwam hij uiteindelijk toch met een bekentenis.
Hij kwam tot zijn daad vanwege geldgebrek. "Ik vond het een vriendelijk mens en ik dacht dat ze wel geld zou hebben", was de simpele verklaring van de dader voor de rechter. Hij was goed op de hoogte van de leefwijze van de weduwe, die ten tijde van de moord gewoontegetrouw de Bijbel zat te lezen. De achterdeur was open vanwege de komst van de huuropbrengsten. De dader is onopgemerkt naar binnen geslopen en heeft de weduwe met een fles een paar klappen op het hoofd gegeven. Daarna heeft hij het eerder geschreven briefje op het raam gehangen en het gordijn neergelaten.
Toen het slachtoffer tijdens zijn zoektocht naar geld weer bijkwam, raakte hij in paniek en heeft hij haar een paar keer in de hals gestoken. De dader ging met nog geen 100 gulden weer weg. Haar portemonnee met de eerder die week opgehaalde huurgelden bevond zich nog in de woning.  De rechtbank veroordeelde de dader tot 15 jaar gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regering (tbs)."

Het verhaal onderschrijft mijn herinnering voor wat betreft de tijdsperiode. Een moord in het dorp is zodoende voor mij van een los stukje geheugen in een kop van een verhaal veranderd.