ook dat nog... |
Ik slaap vooral goed, omdat ik nauwelijks nog last heb van hoestbuien. Mijn ademhaling gaat in een vrij hoog tempo en dat is wat verontrustend. Vooral wanneer ik niets doe. "Waar hijg ik zo van?", denk ik dan en leg vervolgens vlug de telefoon weer neer. Dus ik bel niet. En als ik gebeld word, probeer ik mijn ademhaling normaal te laten klinken, om te voorkomen dat ik mijn gesprekspartner aan de andere kant van de lijn op vreemde gedachten breng. Voor je het weet heb je politie voor de deur. Dat temporiseren van mijn ademhaling gaat vrij goed. Ik gebruik geen skype, want dan zien ze mijn gezicht rood aanlopen. Met alle mogelijke gevolgen van dien.
Het meest waar ik tegenop zie is het controleren van mijn keelgat. Als de arts straks zijn schoenlepel op mijn tong drukt, krijg ik last van een anti-peristaltische beweging; beter bekend onder de benaming kotsneigingen. Het lukt mij om de reden ook niet het achterste van mijn tong te poetsen. Iets wat ik daarom niet doe. Echt nodig is dat ook weer niet, want het meeste ligt op het puntje van mijn tong. Dat spuug ik gemakkelijk uit.
Hij zal zeker ook naar mijn longen luisteren. Ik denk dat ie dan zal opkijken. Ik verwacht een vraag in de geest van : "Heeft u vanmorgen soms iets met muisjes gegeten?" Vanwege al dat gepiep. Ik hoop ook niet dat ie mijn temperatuur rectaal wil gaan meten. Ook daar heb ik wat moeite mee. Niet vanwege een mogelijke anti-peristaltische beweging van mijn endeldarm, maar gewoon vanwege het idee. Het idee dat een man iets in een holle ruimte van mijn lichaam steekt, zit mij niet zo lekker. Maar geduld. Nog één nachtje slapen.