Omdat de huisartsen praktijk zich tegenover de supermarkt bevindt, heb ik na mijn doktersbezoekje wat boodschappen gedaan. Ik had de vier producten in mijn mandje toen ik bij de kassa's aankwam. Niet alle kassa's waren open. Bij een van de drie geopende kassa's was het rustig. Toen ik daarheen liep zag ik een propvolle winkelwagen bij de lege band staan. Ik keek om me heen en zag niemand. Ik duwde de kar opzij, liep naar voren en legde vlak bij de caissière mijn boodschappen op de band. Ze zei 'goede morgen' en begon met scannen. Toen ze het tweede artikel had gescand, hoorde ik achter mij iemand zuchtend hardop zeggen : "Wat is dit nu?!" Ik keek om en zag een jonge vrouw met opgetrokken wenkbrauwen verongelijkt naar mij kijken, terwijl ze de volle winkelwagen weer naar de band stuurde. Ik glimlachte en zei : "Een gewone klant!" De zinspeling kwam door. Ze begon haar wagen met geïrriteerde bewegingen te legen. De mevrouw achter de kassen glimlachte zonder op te kijken. Toen ik afrekende, was ze nog steeds bezig met het op de band leggen van haar boodschappen.
Mijn eigen boodschappen had de caissière op de zeer smalle balie naast het pinapparaat gestapeld. De ruimte waar ze normaal gesproken terechtkomen lag nog vol met boodschappen van mevrouw voor mij. Die controleerde uitvoerig haar kassabon. Hoewel ik benieuwd was naar de volgende situatie die zou ontstaan, ben ik toch maar naar de apotheek gegaan.