Toen ik de hoekwoning passeerde, zag ik de voordeur openstaan en flink wat bloed op de grond liggen. De bewoonster ken ik van een paar gesprekjes die we gehad hebben. Ik werd aangesproken door een buurtbewoner, die zei dat we beter het plaats delict konden verlaten. Uit zijn woorden begreep ik, dat een jongeman van Marokkaanse afkomst gewond aangebeld had. Hij was in de buurt neergestoken.
Inmiddels werd het gebied met rood-wit lint afgezet en moesten Fenna en ik omlopen. Fenna was nogal bang geworden van de plotselinge drukte in het donker. Het duurde daarom even voordat ze haar laatste plas had gedaan. Daarna wilde ze niets anders dan snel weer naar huis terug. Dat hebben we maar gedaan, ook omdat de kou door mijn broekspijpen begon te komen.
Vanmorgen was men nog de omgeving aan het onderzoeken. Ik kreeg de indruk dat men het steekwapen zocht.