dinsdag 24 januari 2017

Neerbuigend

Vanmiddag was ik op de fiets gestapt om hier en daar een kijkje te nemen. Zo wilde ik weten in hoeverre in de loods nog wat op te ruimen viel en of er nog een bolletje wol van een bepaalde kleur te koop was. Dat laatste op verzoek van Sonja hoor, ik ben gestopt met breien. Ik merkte direct dat ik een paar dagen niet gefietst heb. Ouderdom? Het zal wel.
In het winkelcentrum bleek de gezochte wol niet meer voorradig. Toen ik de winkel verliet stond een oude vrouw in een rolstoel wat onhandig geparkeerd. Dat lag aan de begeleidster. Die stond even tegen mevrouw te praten. Zoals ik wel vaker hoor, gebeurde dat op een haast kinderlijke toon. Alsof mevrouw een klein kind was. Ik vind dat zo ergerlijk. Trouwens tegen kleine kinderen kan je beter ook gewoon praten in plaats met zo'n idiote piepstem praten over woef woef en miauw. Dus gewoon over een hond of kat iets vertellen.
Ik vind dat soort omgang met ouderen bedenkelijk. Mensen die dat doen voelen zich blijkbaar ver verheven boven de ander. In verzorgingstehuizen kwam ik ook soortgelijke zaken tegen. Al was het alleen maar het zingen van liedjes. Geen liedjes uit die goede ouwe tijd, maar... kinderliedjes! Ik zou bijna gaan denken dat die begeleiders aan het dementeren geslagen zijn.
Vaak worden begeleiders aangesproken in plaats van de oudere : "Hoe is het met haar?" Terwijl die oudere nog best goed kan horen, nadenken en spreken.
In de loods viel het reuze mee. Het werd een zeer kort bezoekje. Daarna heb ik nog wat pensstaafjes voor Fenna gekocht. De Friese tuttebel was extra blij toen ze mij weer zag rook. Een oudje tot besluit.