In de vorige eeuw had ik een manager, die van mening was dat je medewerkers doe gewoon hun werk deden extra moest belonen. Dat was zijn reactie op klachten over medewerkers, die hun werk niet naar behoren deden. Ik waagde nog te vragen wat de invloed van zo'n maatregel zou zijn op die nalatige medewerkers. Hij keek mij enkel met een vernietigende blik aan. Bij menig ouderwets ingestelde leidinggevende kan immers van wat onder hem zit nooit iets goeds komen. Laat staan iets beters. Mijn manager was ook opgevoed in de goed-zo en altijd weer ja -sfeer. Die man wist niet beter dan dat je altijd je zin kreeg.
|
... ik moest winnen!!! |
Ik ben me sindsdien steeds meer gaan afvragen wat er van iemand moet worden, die enkel complimenten krijgt. Altijd maar 'goed gedaan hoor" hoort roepen en nooit een keer een kritische opmerking krijgt te horen. Die alleen maar weet wat winnen is en in alles telkens zijn zin krijgt. Gelukkig (?) ben ik die kinderen in het dagelijks leven vaak tegengekomen. Zoals op verjaardagen van onze en andermans kinderen. Ze barsten in huilen en schreeuwen uit, omdat ze niet als eerste mochten beginnen met een spel en omdat ze verloren. Inmiddels zijn het volwassen geworden mensen, die 'opeens' andere geluiden te horen krijgen dan enkel de lovende. Die te maken krijgen met verliezen en je verlies nemen. Accepteren dat anderen ook kunnen winnen. Ze zijn zich een hoedje geschrokken en gefrustreerd geraakt. Toch blijven ze protesteren en drammen om alsnog hun zin te krijgen. Ik heb me alten vertellen dat het voornamelijk de generatie van halverwege de jaren 80 betreft. Ze protesteren en uiten hun woede zelfs na verkiezingen. Gewoon omdat ze niet gewend zijn te verliezen en met dat verlies om te gaan. Hen rest niets anders dan drammen.