Onlangs was een tv serie van start gegaan waarin autisme centraal staat. De presentator, Filemon Wesselink, laat zichzelf onderzoeken omdat hij graag wil weten of hij zelf ook een bepaalde vorm van autisme heeft. Zelf herkende ik een aantal situaties waarmee hij problemen ondervindt. Maar of dat onder autisme valt, weet ik niet.
In deze eerste aflevering let men zien dat autisme een erg breed spectrum kent. Ik zag mensen aan wie het vrij goed te zien is vanwege hun blik. Ook anderen, waar het in mindere mate of niet zichtbaar is. Aan hun intelligentie mankeert niets. Ik zou bijna willen zeggen dat ze opvallend slim zijn. Ik kijk uit naar de volgende uitzending.
Gisteren kwam ik in een Depressiegala terecht met Anita Witzier. Als ervaringsdeskundige kon ik me helemaal niet in dat programma vinden. Wel in de verhalen van patiënten. Ik kreeg de indruk dat de patiënten zelf zich ook ongemakkelijk voelden. Zo'n zaal is vol, er is dans, muziek en zang en een voor mensen met depressie soort gemaakte vrolijkheid. Ik heb het programma niet verder bekeken. Het was alsof de hele invulling niet klopte met het onderwerp. Alsof ik weer bij zo'n therapeut met goede bedoelingen zat. Zelf heb ik de ervaring dat praten met derden (waaronder therapeuten en psychologen) geen zin heeft, omdat ze niet zelf soortgelijke traumatische ervaringen hebben opgedaan. We praten voortdurend langs elkaar heen. Zelfs als ik begrepen werd voelde dat niet als echt, als gemeend. Herhaaldelijk werd mij gevraagd wat een depressie voor mij was, hoe het voelde. Het enige wat ik kon zeggen was "Alsof ik in een donkere, benauwende put ben gevallen, waar ik uit alle macht mijn hoofd boven water probeer te houden." En dat er dan momenten zijn waarop ik dacht 'het is goed zo, ik kap ermee'.
Het programma vond ik een enorme blunder. Het leek soms of mensen met een depressie wat belachelijk werden gemaakt, gedwarsboomd werden. Net een soort kermis als begrafenis. Ik weet niet of de patiënten zijn blijven zitten. Ik heb dat feest verlaten. Het deed geen recht aan de ziekte en helemaal niet aan de lijders eraan. Het leek alsof het allemaal wel meeviel. Zoals ik dat dagelijks merk : het wegwuiven van mijn klachten. Als ik iets probeerde uit te leggen over mijn gemoedstoestand, dan kreeg ik te horen dat ik het niet over mezelf moest hebben.
De makers van dat gala hadden mensen met een depressie het programma moeten laten samenstellen. Ik vond het een aanfluiting, bijna een schande.