Onze zoon heeft met de vrachtwagen een aanrijding gekregen op de snelweg. In de spits reed een personenauto rechts achter hem. De auto reed op een invoegstrook, die overgaat in een rijbaan. Omdat hij naar de rechter rijbaan wilde zette hij de richtingaanwijzer van de vrachtwagen aan. Ondanks dat bleef de personenwagen op de rechter rijbaan schuin achter hem doorsukkelen.
Toen hij weer keek, was de auto niet meer te zien. Hij stuurde naar rechts vanuit de aanname dat de auto zich nu vlak achter hem bevond. Het aanrijden van de auto, die in de dode hoek rechts naast hem bleek te rijden, gebeurde dusdanig, dat zoon dacht dat ie een klapband kreeg. Rustig rijdend zette hij de combinatie na ongeveer een kilometer op de vluchtstrook. Toen hij was uitgestapt zag hij tot zijn schrik dat de personenwagen zich dwars tegen de bumper bevond. Hij had hem de hele afstand voortgeduwd. Gelukkig bleef het bij blikschade en grote schrik. Aannames zijn de zwakste schakels in een denkproces waar het om feiten moet gaan.
Vanwege mijn kwetsbaarheid als motorrijder kijk ik altijd weer in de (vracht)autospiegels of ik het hoofd van de chauffeur kan zien en of hij zelf ook kijkt en mij ziet. Ik ken de dode hoeken van vrachtwagens. In die gebieden zal je mij nooit zien lopen of rijden. Zorg dat je zichtbaar blijft en pas je snelheid aan : snel er voorbij of achter aansluiten!