Toen dat quasi handige ding op de markt kwam, zag ik het nut ervan in. In die tijd, jaren 90, was ik veel onderweg. Met zo'n mobieltje kon ik het thuisfront op de hoogte houden of ik rond etenstijd weer thuis was. Of niet. Helaas ontdekte mijn werkgever dat ding ook. Maar op een heel andere manier. Sindsdien heb ik er weinig mee op. Erger, ik kreeg een bloedhekel aan die telefoon.
Ik ga heel vaak op pad zonder telefoon. Als ik op anderen let, die wel met hun telefoon op stap gaan, valt me veel zaken op. Die smartphone heeft zelfs bij menige moeder het kind / de kinderen van de eerste plaatst gestoten. En daarmee een ieder ander. Ik zie dat ding overal opduiken. Klaar voor het grijpen. Bij het minste geringste piepje wordt de aandacht verlegd naar de telefoon. Ziekelijk, noem ik dat. Of is het een moderne vorm van verslaving? Wat ik in de jaren 60 niet had durven vermoeden, gebeurt toch. De computer is ons de baas geworden. Dat ding beheerst het leven en bepaalt of je een leuke of stressvolle dag hebt. Of je 's nachts door mag slapen of niet. Of je zogenaamde vrienden hebt of niet. Erg hoor, dat zoveel mensen zich daarin laten meeslepen. Ik dus niet. Ik vind het nog steeds erg leuk mensen in levende lijve te ontmoeten, in de ogen te kijken en hun stem te horen als ik hen spreek.