Ik was koud in de winkel of ik hoorde achter een stel schappen een kindje schreeuwen. En niet zo'n beetje ook. Het gilde de hele tent bij elkaar. Ik vulde een plastic zakje met vier pistoletjes en liep naar de kassa. Door de omroepinstallatie hoorde ik : "John, kassa 1, John kassa 1 a.u.b.!" Ik hoopte voor de rij wachtenden daar, dat meneer John de oproep gehoord had, want het geschreeuw van het kind was ook nog aan de gang. Dus ik koos voor kassa twee. En wat denk je? Kom ik precies naast dat schreeuwend wicht te staan. En dan ook nog aan de kant mijn mijn nog goed functionerende oor! In zo'n situatie helpt zelfs mijn Oost-Indische doofheid niet meer.
Toen mamma's boodschappen door de scanner gingen, werd mamma opeens boos. Waarschijnlijk omdat ze wilde afrekenen en de boodschappen wilde inladen. Ze duwde de wagen met kind en al plotsklaps ruw naar voren. Het gekrijs zwol aan tot een ongekend volume. Op een gegeven moment zag ik alleen een grote zwart gat met een mutsje erboven en een paar beentjes eronder. En achter de wagen alleen nog maar een muts.
Toen mamma Muts met een opgeblazen gezicht had afgerekend, pakte ze geërgerd het zwarte gillende gat op en deponeerde het tussen de boodschappen in de wandelwagen. Ze beende zichtbaar opgewonden met haar gillende lading richting de uitgang. Bij de kassa's haalden klanten en medewerksters opgelucht weer adem, terwijl buiten een schreeuwduel ontstond.