Kever (USA uitvoering) |
In de jaren zeventig werden, behalve de gewone “kever”, ook de sterkere modellen1302- en 1303 gebouwd, die in Amerika ‘Superbeetles’ werden genoemd.
Ik kan me mijn autorijlessen in een ‘Kever’ nog heel goed herinneren, maar zeker ook de rij-instructeur. Dat was een beetje een ruige, rare snijboon, met een stevige aanpak, want hij stuurde mij in Den Haag, s’ morgens in het spitsuur, al vrij snel over het Rijswijkseplein waar het altijd vreselijk druk was en een agent nog het verkeer regelde. Op een ochtend aarzelde ik daar, met samengeknepen billen en m’n nekharen recht overeind, met het oprijden omdat ik wel héél dicht langs de agent moest gaan, maar de instructeur was bikkelhard en sommeerde mij met: ,,…gewoon doorrijden!, want daar hebben we er hier genoeg van…!”. Terwijl de inkt van mijn eerste rijbewijs nog amper droog was gingen we een week later met z’n vieren op vakantie naar Italië, met een gehuurde ‘Kever’ van de RIVA (Reparatie Inrichting Voor Automobielen) in de “De Torengarage”, in de Torenstraat in Den Haag. Dit gebouw werd later een monument want het was het allereerste gestapelde garagegebouw in Nederland. Echter, al ter hoogte van het Wegenwachtstation Pauwmolen bij Delft dreigde aan onze vakantierit een voortijdig einde aan te komen. Na een paar keer remmen was de véél té-volgepakte imperiaal n.l. naar voren geschoven en deze zou zeker op de (niet)motorkap (de motor zat immers achterin) belanden, als we zouden doorrijden. Tja, dat was wel even schrikken maar dit alles was te wijten aan jeugdige overmoed, en/of een gebrek aan ervaring, want wát we al niet allemaal mee wilden nemen! Hier was dus de volgende mop van toepassing: ,,Hoeveel koeien gaan er in een Volkswagen-Kever?”. Antwoord: 4. Twee vóórin en twee áchterin! (wordt vervolgd)
Fan-tilator