Het woord 'me' als bezittelijk voornaamwoord, is uitgeroepen tot het meest irritante woord van 2015. Ik heb al eerder geschreven over verkeerd taalgebruik en dat irritante woord. Hoewel, met het woord is niets mis, maar met sommige gebruikers ervan wel. Er zijn blijkbaar erg veel mensen, die het woord me verkeerd gebruiken. Me is namelijk een wederkerig voornaamwoord. Dat leerde ik al op de lagere (=basis)school!
In de hoofden van de schrijvers van de irritante versie gaat de vervoeging van dat wederkerig voornaamwoord blijkbaar als volgt : me vader, ze vader of der vader, jou vader, ons vader, hullie vader en hullie ze vader. Maar ach, dat krijg je met die afgevlakte opleidingen. En waarschijnlijk is dat de reden van al die kleine criminaliteit : ze weten het verschil niet tussen mijn en dijn. Voor hen is dat het verschil tussen me en dûh. En dus is de kans om door die groep bestolen te worden erg groot. Of ga ik dit keer niet kort door de bocht maar zelfs over de stoep? Maar ach, dat laatste is tegenwoordig toch ook gemeengoed.
Ik heb nog niet iets gezien in de zin van : ik schaam mijn / mijn eige. Ik heb het wel vaak gehoord. Vooral in de Randstad. Daar hoorde ik ook geregeld 'dat is van sijn'. Of zoals een pa in Leiden bij een ijskar zei : Een ijssie voor sijn', waarbij hij op zijn zoontje naast hem wees.
Zelfs in de ondertiteling zie ik steeds meer taalfouten. Zo zag ik een paar keer 'enigst kind' staan. Knap hoor. Zo in de geest van : ik ben enig kind. O, zegt de ander, ik ben een eniger kind. Waarop de derde in hoera stemming zegt : "En ik ben enigst kind!"
Er zijn legio voorbeelden van verkeerd taalgebruik. Sommigen maken het heel erg bont. In principe heb ik met hen geen enkel probleem, hoor. Ik vind het alleen zo jammer, dat ze ook internet hebben en/of voor het beroep Vertaler uitoefenen. Let wel, het wordt nog veel erger. Men gaat daarom uit ellende over op het (steenkolen) Engels.
De invloed van buitenlanders op de taal wordt ook alsmaar groter. Soms doe ik daar onbewust ook aan mee. Ik heb een keer tegen een knoeiende automobilist gezegd : "Je rijdt niet op een kameel!" Taalkundig helemaal goed (denk ik) maar qua gebruik net niet. Ik hoor steeds vaker de huis, de paard enzovoort. en de (of is het dûh?) als er bij een kassa of zo betaald moet worden. Ik hoor ook woorden als pard (= paard) en oewerk (=werk). Maar als je dat laatste nog nooit gedaan hebt, begrijp ik best dat je niet weet hoe dat geschreven en uitgesproken wordt.
Eén ding is mij nog niet duidelijk. Wat bedoelen die jochies toch als ze mij vragen : "Oewat kijk je me?!" als ik een groep hangjongeren passeer.