Lopikersingel en -straat |
Ook in de slachterij was het geregeld hommeles. Daar liep ontevreden personeel met o.a. botte messen. Waarschijnlijk werd daarom aan goede arbeidsomstandigheden nauwelijks iets gedaan. Met gevolg een hoog ziekteverzuim.
Op kantoor zaten vier directeuren. Uiteraard hadden zij een goed salaris. Net als een paar andere familieleden, die overigens dat geld niet konden waarmaken. De rest zat op minimumloon. Het was een familiebedrijf, dat was duidelijk. Er was maar één directeur die in mijn ogen werk op (zijn salaris)niveau deed. Ik heb in die korte periode een van hen nog geleerd hoe debiteurenbeheer gedaan moest worden. Die man zat de hele dag chagrijnig voor zich uit te staren. Van de kredietwaardigheidscontrole (NCM) tot aan het uit handen geven van de vordering, heb ik hem uitgelegd en voor hem geregeld. Inclusief bijbehorende overzichten. Sindsdien kwam hij elke ochtend mij speciaal een goede morgen wensen. Mijn collega's en medewerkers begrepen daar helemaal niets van.
De mooie veerpoort |
Ik werd een keer op het matje geroepen, omdat mijn medewerkers mij bij mijn voornaam noemden. Ik heb de waarschuwing (men wilde dat niet meer horen) naast mij neergelegd. Ondanks (of juist door?) mijn botsingen met de directie, werd mij gevraagd een uitspraak te doen over de fooienpot. Omdat ik erg integer overkwam, zo luidde het.
De afdeling Inkoop kreeg vaak flinke fooien van varkensboeren. Dat geld deelden de twee medewerkers met elkaar. De rest van het personeel was het daar niet mee eens. Ik gaf hen gelijk, want ook zij hadden werk aan de ingekochte varkens. Zowel op kantoor als in de slachterij. Ik stelde voor de fooien in een personeelspot te doen. Dat voorstel werd aangenomen.
Opvallend was toen, dat het maandelijks fooienbedrag daarna volgens de afdeling Inkoop 'opeens' gehalveerd was. De varkens!