vrijdag 10 maart 2017

Ze roepen maar wat

Ooit ben ik gekwalificeerd als zwarte. Later als neger en weer later als Afrikaan. Iemand in Leiden (Haarlemmerstraat) dacht dat ik uit India kwam. Ze begon direct in het Engels tegen mij te praten. Maar ach, in die tijd was er nog geen internet en blijkbaar wist men nog steeds bar weinig over Indo's. Daarom viel het mij op dat in een land als Roemenië mensen, die ik daar spontaan ontmoet heb, wel een juist vermoeden hadden omtrent mijn achtergrond. Er zijn nog steeds mensen die ons immigranten noemen. Voordat mijn ouders naar hier kwamen beschikten ze, net zo als veel anderen, al over de Nederlandse nationaliteit. Nu, anno 2017, lijkt er nog steeds weinig veranderd. Volgens meneer Pechtold zijn wij Indonesiërs! Het is misschien minder erg dan dat sommige (hoogopgeleide?) ons betitelen als Indiërs. Tja, de Mammoetwet hè.
Tijdens deze periode van verkiezingscampagnes wordt er ook veelvuldig zomaar wat geroepen. Zo stelt Rutte en zijn VVD, dat we niet achterom moeten kijken, maar (optimistisch) vooruit. Nu weet ik niet beter dan dat wanneer ik iemand moet selecteren voor een klus of baan, ik naar zijn of haar cv vraag. Daar staat in wat de sollicitant heeft gepresteerd. Zo kan ik zien of ie wel of niet geschikt is voor datgene wat ik wil. De mooie verhalen die de persoon in kwestie ophangt over de toekomst wegen bij mij minder zwaar. Ik ben alles behalve onder de indruk van Ruttes cv en aan zijn mooie verhalen hecht ik weinig of geen waarde.
Sprekend over Rutte en zijn optimistische lach. Tijdens nogal wat discussies lacht Rutte vaak op verkeerde momenten. Zoals tijdens de discussies met o.a. tegenstanders en de Groningers. Dan lijkt het net alsof ie die mensen uitlacht of hun verhaal wegwuift. Lachen is prima, maar de timing is erg belangrijk.