zaterdag 18 maart 2017

Retour Elburg


We zijn op de mooie donderdag op onze gemotoriseerde tweewielers gestapt om naar Elburg te gaan. Net als naar Kampen is de rit parallel aan de N-weg nogal saai. Maar gelukkig scheen de zo, was de temperatuur heerlijk en gleden de 12 kilometers zodoende vlotjes weg onder onze wielen. Ik moest me met de bromfiets aan de snelheid van Sonja's snorscooter aanpassen. Of wel : inhouden. Onderweg kwamen een een mooi geel narcissenveld tegen. De eerste voorjaarskleuren in de polder. Voordat we bij Elburg de brug over konden, moesten eerst onder die brug door. Al snel verrees de oude stadspoort voor ons. De bromfiets mocht niet in het centrum, de snorscooter wel. De tweewielers hebben we daarom buiten de poort op een parkeerplaats voor fietsen achtergelaten. Buiten de poort, bij de haven was het gezellig druk. De terrasjes waren goed gevuld. Maar voordat we daar aan toe waren hebben we eerst wat rondgekeken in dat oude vissersplaatsje.
We wandelden door de oude poort (1592!) het stadje in. Als prominent cultuurbarbaar heb ik eerlijk gezegd verder weinig te zeggen over dat voormalige vissersplaatsje. Het ademt wel veel historie. Die oude omgeving voelde goed aan. Het is bijna onvoorstelbaar, dat het water van de Zuiderzee en later het IJsselmeer ooit tot aan Elburg tegen de kades sloeg. Tijden veranderen.
Net als onze energie. Na de wandeling ploften we daarom neer op een terrasje buiten de poort. Daar hebben we in de zon de lunch gebruikt en wat gesproken met een stel dat een Friese stabij bij zich had. Sprekend over het drukke karakter van de hond, stelde het stel ons gerust : "Na zo'n 5 á zes jaar wordt de Friezin rustiger." Weer iets om naar uit te zien. Een klein hondje, formaat cavia xxxl, had pech. Liggend in een doorgang (natuurlijk) ging iemand van de bediening pardoes op het beestje staan. Het gilde heel Elburg bijeen, terwijl het eigenlijk allemaal best meeviel. Om de negatieve ervaring van het beestje toch flink te bevestigen, werd het overdreven getroost door de eigenaresse.
Omdat Sonja in haar salade een wit elastiekje aantrof, hoefden we de drankjes niet te betalen. Het stukje rubber bleek van een bosje peterselie te zijn, zo werd ons na enig speurwerk van de bediening verteld. Het werd met oprechte excuses weer naar de keuken teruggebracht. Jammer, want ik had graag even op die verwende cavia geschoten. Gezien de vriendelijke service toch een fooi gegeven.