Mijn opluchting betrof de kriksteunen van de Ducato. Ik ben vanmorgen naar een Ducato specialist gereden, die ik (na een tip) op Marktplaats tegen het lijf was gelopen. Hij is nota bene hier in Dronten gevestigd. Het bedrijf is gespecialiseerd in het inbouwen van Fiat Ducato motorblokken, maar doet ook onderhoud en laswerk.
Daar aangekomen legde ik de eigenaar het probleem voor. Hij kroop onder de wagen en had al snel zijn conclusie getrokken : "Niets aan doen! Gaat enkel veel geld kosten." Kijk, daar heb ik wat aan. Maar hoe zit het dan met het opkrikken van de wagen? Meneer adviseerde mij de originele schaarkrik weg te gooien en een goede potkrik aan te schaffen. Ik had ook goed nieuws voor hem, want ik heb al twee van die potkrikken. Hij nodigde mij uit even naast hem te komen liggen. Samen keken we onder de wagen, terwijl een Poolse monteur toekeek. Nee, we gingen niet krikken. Meneer liet zien waar ik de potkrik zou kunnen plaatsen. En dat waren nogal wat alternatieven. "Gewoon het geld in je zak houden", adviseerde hij nogmaals. Toen we daar toch al zo gezellig naast elkaar lagen, vertelde hij dat het bedrijf al heel wat campers met Ducato / Fiat onderbouw gedaan had. Hij liet een foto zien van een camper waarvan afgelopen week een stuk carrosserie van bijna twee meter is vervangen vanwege roest. Toen vroeg ik hem wat hij van de staat van het chassis vond, zei hij : "Voor zo'n oude wagen, heel goed. Probeer hem zo te houden." Omdat de wagen soms ook in de wintermaanden gereden wordt, adviseerde hij mij in oktober een afspraak te maken. "Dan gaan we de onderkant goed schoonmaken en een antiroestbehandeling geven. Dat kost je hooguit 200 - 250 euro. Dat is het beste om de wagen in deze conditie te houden", zei hij. Later keken we ook even onder de motorkap.
Hij vond het motorblok mooi en schoon. Ook over het aangetaste spatbord hoefde ik me geen zorgen te maken. Meneer zag wel dat het uiteinde van een chassisbalk roestig was : "We kunnen dat stukje weg slijpen en er een nieuw stukje op lassen. Dat is zo gebeurd."
Hij gaf nog een tip voor wat betreft het rijden. De vijf versnellingsbak is een omgebouwde vier bak. "Je kunt beter harder dan 60 rijden in z'n 4 voordat je naar de vijfde overschakelt. Bij lagere snelheden krijgt de 5e versnelling weinig smering. Dat weet ik dan ook weer. Zijn conclusie : een mooie, goed wagen. Alleen het laswerk onder de wagen (drie stukjes plaatwerk) vond ie wat lelijk gedaan. De lasser had de naad moeten slijpen, zodat ie mooier afgewerkt is. Toen ik afscheid nam en hem bedankte, benadrukte hij nogmaals : "In oktober een afspraak maken hoor! Anders is het zonde van die wagen!" Dus dat doe ik maar. Ik vertrok opgelucht.