dinsdag 28 maart 2017

Naar Venlo

En weer terug. Dit keer zijn we via Grubbenvorst en Blerick naar de Limburgse grensplaats Venlo gereden. Onderweg kwamen we mooie locaties tegen. Maar eenmaal de Maas over, was het een drukke bedoening. Net de Randstad. We waren in Venlo, een stad met een faam en een naam. Voor alle zekerheid parkeerden we de fietsen en aanhanger dit keer in een bewaakte stalling. Vanwege de drukte en het feit dat we Fenna mee hadden, maakten we maar een korte wandeling door het centrum. Wat veel Duitsers liepen daar zeg! Ik waande me weer in Katwijk aan Zee in de zomermaanden van eind jaren 60. Opvallend was dat er geen Bratwurst, maar wel veel Backfisch aangeboden werd. Erg veel kibbeling- en Pommesfrites- tentjes. Geen zee in de buurt. Wel de mooie Maas.
Toen ik samen met Fenna onder een boom op een bankje zat te wachten op de winkelende Sonja, kwam er een Duits stel op ons af. Meneer ging pal voor me staan, haalde diep adem en riep (alsof ik doof was, of kende hij mij?) : "Praaimart?!" Hij spreidde zijn armen á la Ich habe es nicht gewusst. Kijk, ik zou als toerist eerst vriendelijk groeten en vervolgens beleefd vragen : "Weet u misschien waar de Praaimarkt is?" Maar ja, het was een ras Duitser, want bij het woord Praai (of was het Prei?) ging zijn mond helemaal open. Ik hoorde de echo van de geluiden in de omgeving en zag twee slecht gevulde kiezen en geel tandplaque. Zijn partner keek uit schaamte de andere kant op.
Omdat ik inmiddels al heel veel Noord Afrikanen in dat stukje Venlo had gezien zei ik geheel aangepast : "Ich niet von hier!" Maar dat zal die Duitser al eerder begrepen hebben. Hij keek mij sip aan, maakte een wegwerp gebaar en liep door. Later zei Sonja, dat ie misschien de Primarkt bedoelde. Die goedkope winkel waren we eerder gepasseerd. Dat zou kunnen.
Tja, veel Noord Afrikanen hier. Zo ver van de (Middellandse) zee helemaal in Venlo aangekomen om vandaar uit in gemakkelijk verkregen dikke Audi's Duitse pinautomaten op te blazen. Maar er zijn gelukkig ook goede onder hen.
Ik vond de omgeving van de Maas erg vies. Overal kwam ik zwerfvuil tegen. Bij een kade stond een aantal snacktentjes. Aan de andere kant van de kade, de oever van de Maas, wemelde het van lege blikjes,plastic bakjes en zakjes. Een stukje forensisch onderzoek van mijn kant : Zittende op de kademuur werd de inhoud genuttigd en liet men de verpakking blijkbaar zo uit de handjes vallen naar beneden. Ondanks de aanwezigheid van prullenbakken bij de eettentjes. Smeerlappen!
Voor Fenna maakte dat alles niets uit, want ze dook het koude Maaswater in. We genoten nog even van het fraaie uitzicht, door al het vuil de rug toe te keren.
Onze fietsen en de kar van Fenna stonden er nog. Duitsers zijn toch ook wat veranderd. We verlieten de drukke stad om langs de Maas naar het noorden te fietsen. Ook daar zagen we geregeld teksten in het Duits. Dus weet ik dat asperges in het Duits Spargel heten en gestoken worden door Polen, die op hun beurt geplukt worden door Limburgers, die op hun beurt met een zachte G genieten in hun fraaie provincie, ver van Holland. Het leven is complex en toch mooi.
We besloten bij Grubbenvorst de Maas over te steken. het werd onze tweede tocht met dit pontje. De prijs was ook nog hetzelfde, maar dat komt omdat de nieuwe regering nog samengesteld moet worden. In dat pittoreske dorp hebben we een kop thee gedronken onder een zeer grote parasol. Want de zon scheen nog steeds volop. Toen we weer in de bosrijke omgeving waren, kon Fenna weer haar lol op. Rennen tot aan de camping. Daar aangekomen zette de Friezin een spurt in, want ze had de kat van de beheerder gezien. De kat bleek slimmer. Maar vergeleken met een Friezin is iedereen en alles slimmer.