In ons kleinste kamertje liggen vaak stripboekjes van Donald Duck. In plaats van hard te werken, is het beter om lekker ontspannen te zitten in afwachting van de komst van de grote boodschap. Zelf lees ik geen stripboeken meer. Sinds mijn traumatische toestanden vind ik ze veel te druk. Als ik zo'n blad opensla, komt er een waterval aan plaatjes en tekstwolken op me af.
Voor die tijd ben ik als kind in de jaren 50 ooit begonnen met het lezen, ik bedoel verslinden, van de Donald Duck en de Sjors van de Rebelleclub. In die Sjors las ik over Sterke Boog en Zwarte Adder, Dick Turpin, een duo dik en dun (Mik en Mug?) waarvan ik even de naam kwijt ben, Billie Turf en op de achterste pagina Olaf Noord (ruimtevaart) . Er was weinig kleur te bekennen in dat blad. Veel rood en zwart-wit. Wat later kwam er meer kleur en o.a. De Man van Staal, Archie.
Als tiener, op Curaçao, las ik Illustrated Classics, waarin klassieke verhalen in de vorm van strips beschreven stonden. Verhalen als Wilhelm Tell, Muiterij op de Bounty, Mars valt aan, Livingstone enz. van bekende, zo niet beroemde schrijvers. Maar ook Batman, Spiderman en Superman. Terug in Nederland kwamen de Rode Ridder, Kapitein Rob, Suske en Wiske, Michel Vaillant en dergelijke voorbij. Geleidelijk nam mijn belangstelling voor stripboeken af. Sinds mijn slechte periode is ie gedaald tot bijna nul. Druk bewegende beelden op de tv, vind ik ook erg vervelend. En dat zijn er nogal wat. Kortom, voor stripboeken mag je van mij de pot op.