Vanmorgen zag ik kinderen met genummerde hesjes aan voorbeeldig op de fiets rijden. Een wat onwennig gezicht. Ik bedoel fietsers die zich op een haast ouderwetse manier aan de regels houden en zich op die manier door het verkeer begeven.
Voor mij, ik zat in de camper, stak zo'n jocie keurig zijn hand uit om rechtsaf te slaan. In plaats daarvan stopte hij en stapte af. Ik zei tegen mijn co-piloot : "Ik moest toen met mijn arm op en neer bewegen ten teken dat ik ga stoppen." Sonja zei dat het voor mij al weer bijna 60 jaar geleden was. Oeps! Ik kon mijn nog goede oor nauwelijks geloven. Wat vliegt de tijd! Ik overwoog heel even om luid en lang te claxonneren. Het arme joch zou zich de pleuris schrikken en subiet van zijn fietsje vallen. Die gedachte kwam bij mij op, omdat het tegenwoordig er zo aan toegaat in het verkeer. En daar zal zo'n verkeersmaagd toch ook aan moeten wennen. Net als al die middelvingers en drukke gebaren van die gestreste verkeersdeelnemers.
Gisteren overkwam ons het nog. Ik haalde twee vrachtwagencombinaties in op de A58. Ik sloot aan achter de laatste personenauto op de linker rijbaan. Zelf reden wij zo'n 110 km/uur. De personenwagens voor ons sloegen vrij snel een gat. Men mag daar 130 km/uur. Inmiddels kwam een rode Polo achter ons te kleven. Hij zwenkte van links naar rechts. Meneer had dus haast. Toen ik de tweede vrachtwagen gepasseerd had en weer naar rechts ging, kwam de Polo luid toeterend voorbij. De bestuurder zwaaide druk met zijn armen en gebaarde dat er voor hem zo veel lege ruimte was. Alsof ik daarom mijn snelheid had moeten opvoeren naar 130 km/uur. Nou, mooi niet. Ik zwaaide maar vriendelijk naar hem. Eikel!
We hebben dat jochie maar met rust gelaten. Ik hoop dat ie zal slagen. Hij zal er zelf wel achter komen, dat zo'n diploma louter bedoeld is als een momentopname van hoe het eigenlijk heurt. Daarna kan ie gaan meedoen met de rest of zich doodergeren.