Fout : "Wil je een boterham?"
Goed : "Aan tafel!"
Fout : "Vind je dat niet lekker?"
Goed : "We eten hier wat de pot schaft" of "Als je het niet opeet, prop ik het in je oren"
Fout : "Waar wil je zitten (in de auto)?"
Goed : "Instappen en op je plek zitten!"
Fout : "Weet je dat dat pijn doet?"(moe krijgt een klap in haar gezicht)
Goed : knal voor de kop (geldt ook voor schoppen, knijpen, haren trekken enz.)
Fout : "Ach, was de juf boos / stout?"
Goed : "Wat heb je uitgevreten?!" (gevolgd door excuses aan juf aanbieden en straf)
Fout : "Heeft oma je naar je slaapkamer gestuurd?"
Goed : zie vorig voorbeeld
Fout : "Wil je je schoenen /speelgoed even opruimen?"
Goed : "Ruim je rotzooi op!"
Fout : "Heb je goed geslapen?"
Goed : "We zeggen hier eerst 'goede morgen'!"
Fout : "Dat vind ik niet leuk om te horen" (kind van 8 schreeuwt : "kut kankerwijf"
Goed : (met overtuiging / dreigend) "Waag het niet zoiets lelijks nog een keer te zeggen!"
Fout : "Moet de bank kapot?" of "Weet je hoeveel zo'n bank kost?" (kind springt op de bank)
Goed : "Houd daar onmiddellijk mee op!"
Succes dummies!