Vandaag ben ik met het busje naar de loods gereden. Ik kon in de overdekte ruimte op mijn dooie gemakkie aan de bus knutselen. Iedereen was aan het werk, dus er was ruimte zat. Zoon Ben had voor een garagekrik en assteunen gezorgd, zodat ik de wagen veilig omhoog kon zetten. Ik ging namelijk voor de onderkant. Zoals gewoonlijk heb ik eerst een zeil neergelegd om de vloer te beschermen.
Die assteunen zijn weliswaar handig voor een hogere veiligheid, maar je moet ze wel onder de juiste plaats neerzetten. Ik moet er niet aan denken, dat zo'n steun dwars door de bodemplaat
gejaagd wordt. Of nog erger : dat ik zelf de klos ben. In de jaren 70 heb ik van dichtbij een sterfgeval meegemaakt van iemand die niet veilig onder een auto bezig was. Zo'n drie uur later was ik klaar met de onderkant, voor wat betreft datgene wat ik wilde doen. Vervolgens heb ik de wagen wat nagelopen. Een druppel olie hier en twee druppels daar. Hier en daar wat lak bijgewerkt en gepoetst. Het carrosseriescherm aan de voorzijde dat onder de koplampen doorloopt trilde wat. Dat heb ik gedemonteerd. Er was zowel links als rechts een stootrubber verdwenen. Gelukkig had ik wat zelfklevende rubbers bij me. Dus dat schermpje houdt zich nu koest. Ik heb me daar in die loods prima vermaakt. Koffie om de hoek en een wc. Wat een luxe! Vooral omdat buiten een behoorlijk koude wind blies en ik in een verwarmde ruimte bezig was. Toen ik klaar was met de bus, ben ik nog wat bezig geweest met het opruimen van de loods zelf. Het was inmiddels tijd om Fenna te laten rennen. Ze stond thuis bij de deur van de woonkamer mij al op te wachten. Het baasje moest eerst even de inwendige mens verzorgen. Pas toen gingen we samen op pad.