Als Joop weer tot rust gekomen is, trekken we het benzineslangetje van de
carburateur los en draaien het kraantje open. De benzine stroomt op de grond.
Vlug sluit ik de kraan weer, om niet te veel van dat dure spul te laten
weglopen. We besluiten de carburateur te demonteren. Alle onderdelen worden
netjes op een rijtje op een oud Leidsch Dagblad gelegd. Als we het vlotterbakje
los hebben, zien we het probleem : er ligt een glibberige massa in het bakje.
Schoonmaken dus. Met een fietspomp blazen we de sproeier en andere openingen
schoon. Een oude onderbroek zorgt ervoor dat de boel schoongeveegd wordt. Leuk die zwarte strepen aan de binnenkant! Dan monteren we het zaakje weer geheel volgens de omgekeerde volgorde op
de krant. Als tot slot de bougie weer geplaatst is en het benzinekraantje
opengedraaid wordt, komt het ultieme moment : starten! Aan een
luchtbelletje in het slangetje zie ik dat benzine naar beneden stroomt. Zodra
het vlotterbakje vol is, stijgt het belletje naar boven, waar het zich vlak
onder het kraantje nestelt. Het is opeens stil in het schuurtje. De
spanning is voelbaar. Joop klimt op het zadel en zet aan. We kijken elkaar tevreden aan als het blokje neigt naar aanslaan. En dan, een paar trappen later doet ie het!
-wordt vervolgd-