zondag 12 oktober 2014
Opstandige tieners
Als ware muziekliefhebbers die in de jaren 60 en 70 opgroeiden, kwamen we ook met de flower power beweging en de opstand tegen het gezag in aanraking. Gevolg was onder meer, dat bepaalde muziek door de huiskamer klonk. Niet alleen pop, ook protestsongs van o.a. Bob Dylan, Bob Seeger, Country Joe, Tim Hardin, Woody Guthry (al vond en vind ik nog steeds dat het lied door een 'American Native' gezongen had moeten worden), Kris Kristofferson, Joan Baez, Flying Burito Bros, Ferre Grignard enz.
De oorlog in Vietnam stond in de protesten vaak centraal. In die tijd kwamen ook hier dienstweigeraars in beeld.
Mijn pa, als Marineman, had er zo zijn eigen mening over. "Allemaal flauwekul", of "Ze lijken wel gek geworden", zei hij geregeld. Hij had de oorlog aan den lijve ondervonden en vertrouwde de Arbeiderspartij / PvdA en Communisten voor geen cent. Hij vond het natuurlijk helemaal niets, toen ik in 1972 besloot Olga in Roemenië te bezoeken. "Jou zien we nooit meer terug", zei hij somber. En toch, ergens had ik het gevoel dat hij onze voorkeur ook wel respecteerde. Want verboden heeft hij het nooit. Ik herinner me nog dat hij me verbaasde toen ie zei dat hij "Little red rooster" van de Stones een goed nummer vond! Haha!
Al een tijdje is iemand van een jongere generatie geïnteresseerd in deze muziek. Ze groeide ooit op in het voormalige Oost Duitsland en is tegen elke vorm van oorlogvoeren. Het leuke is dat ik haar van tijd tot tijd met tips dezelfde muzikale weg laat bewandelen, die wij als tieners zo'n 50 jaar geleden afgelegd hebben.
My Uncle, gaat over een jongeman die opgeroepen wordt voor de militaire dienst. Hij vlucht de grens over naar een oom. Daar wacht hij af tot het wat beter wordt. Maar als zijn oom een tegenprestatie van hem vraagt, gaat ie er weer vandoor. Tja, het typeert wel hoe het gesteld was met de mentaliteit van sommigen in die tijd.