Het roemruchte schuurtje |
Het leuke van sleutelen met mijn grote broer is, dat hij gewoon begint. Hij ziet bouten en/of moeren en daarvan weet hij dat ze gescheiden en/of aan elkaar gemonteerd kunnen worden met een passende ring- of steeksleutel. Maar het kan ook met een tang en een schroevendraaier, al is dat niet normaal, lastig en slecht voor de kop van de bout en de moer. Door een vriend van mij, wiens vader een garage heeft, weet ik wat meer van de motortechniek. Thuis heb ik ook nieuwsgierig een boekje van pa gelezen over twee-, viertakt en dieselmotoren. Omdat de Sparta ondanks de benzine niet wil starten, stel ik Joop voor om maar eerst de bougie eruit te draaien. De elektroden zien er mooi koffiebruin uit. Ik doe de bougiekap er weer op en vraag Joop het metalen deel van de bougie tegen de cilinder te
houden. "Even kijken of ie vonkt", leg ik Joop uit. Ik draai met mijn hand de trappers rond. De cilinder maakt een zuigend en blazend geluid door het bougiegat. En ja hoor, we zien vonkjes overspringen. Joop wil die vonkjes beter bekijken en haalt de bougie van de koelribben af. Voordat ik iets kan zeggen geeft Joop een gil : "Au! #*!& de jû", en gooit de bougie van zich af. Terwijl het witte onding aan de zwarte bougiekabel bungelt en Joop als een wilde kangoeroe nog steeds scheldend in de kleine schuur rondspringt, kijk ik vlug even door het raam van de schuurdeur of mamma in de keuken is. Die houdt namelijk niet zo van schelden laat staan vloeken. Maar we kunnen gewoon doorgaan. Op mijn grote broer uitlachen als hij zich bezeerd heeft, staat als straf een knal voor je kop. Dus dat lachen bewaar ik maar voor later.