De gebroeders Oudshoorn met hun echtgenotes en helemaal rechts mamma |
Als kind kende ik mijn oom Piet alleen van verhalen. Verhalen die verteld werden door zijn broer David, mijn opa. Oom Piet (1889) woonde toen nog in Indonesië, waar hij een tabakplantage runde. Hij was getrouwd met tante Annie. Ze had een Aziatisch uiterlijk, maar wel een typisch Indonesische achternaam : Stropawiro.
Opa ontving geregeld pakketjes van zijn (half)broer. Soms met tabak, soms met sigaren en/of thee. Dan zei mijn opa altijd vol verwachting : "Even kijken of Piet de diamantjes erin gedaan heeft." Maar opa ving altijd bot en moest het met zijn KNIL pensioentje blijven doen. In de jaren 60 (grote foto) kwam het stel berooid naar Nederland. Toen zag ik ze voor het eerst. Ze waren toen al op leeftijd. In elk geval oom Piet. Tante Annie zag er aanzienlijk jonger uit, hoewel haar paspoort anders vertelde.
Ze zaten eerst in De Lutte in een pension. Ik schrok toen ik hen daar een keer aantrof. We waren op doorreis naar Duitsland en maakten even een stop in De Lutte. Ze zaten in een soort pijpenla, een smalle kamer met links en rechts een eenpersoonsbed en daar tussenin een tafeltje. In die tijd moesten ze bijna 700 gulden per maand betalen. Daar was dan wel het eten inbegrepen, maar toch.
Later verhuisden ze naar Renkum/Wageningen, Huize Dennenrust aan de Hartenseweg, een speciaal verzorgingstehuis voor Indische Nederlanders. Daar was het stukken beter. Toen mijn opa in augustus 1973 overleed, wilde zijn broer, oom Piet, ook niet meer langer leven. Hij overleed in oktober van dat zelfde jaar. Aan een gebroken hart.
Tante Annie (geboren juni 1898) was volgens haar papieren 108 toen ze in februari 2007 overleed.