Toen ik nog moest werken voor mijn geld, gaf ik geregeld leiding aan grote groepen medewerkers. Daaronder bevond zich altijd wel iemand met gedragsproblemen. Ik heb het als erg vreemd ervaren, dat ik als leidinggevende daarvoor naar cursus werd gestuurd om te leren omgaan met die lastige personen. In mijn beleving de omgekeerde wereld. Mensen met onaangepast gedrag zouden een cursus of therapie moeten volgen. Ik toch zeker niet?
Ik heb het ook altijd vervelend gevonden om over het salaris te moeten gaan praten. Als ik goede resultaten neerzet, verwacht ik dat men mij daarvoor op den duur beloonde. Zonder ernaar te hoeven vragen.
Eerlijk gezegd ben ik in de loop der tijd steeds meer mijn houding aan het veranderen. Ik ben steeds minder achter anderen gaan aanhollen. Misschien vanwege mijn leeftijd. Het verliezen van mensen en zaken vind ik ook veel minder erg dan voorheen. Onthechten noemt men dat in de boeddhistische wereld. Hoe minder de hechting, des te minder het verdriet als er iets of iemand verdwijnt. Er verandert ook veel in relaties. Familieleden die kennissen worden, kennissen die net als vriendschappen komen en gaan. Ik ga dus niet meer met met vingertje in de lucht hijgend en puffend achter hen aanhollen om hen erop te wijzen dat ik er nog steeds ben. Ik denk daar al een tijd anders over : het is allemaal zoals het is. Ik heb nog veel andere dingen te doen.