Gisterochtend was het winters koud buiten. De ramen van menige auto waren voorzien van een laagje ijs. Krabben dus als begin van de nieuwe werkweek. Voor veel mensen een valse start. Zelf hoefde ik niet te krabben. Hoera, ik ben met pensioen! Ik heb die ochtend wel even gekrabd, maar dat was achter mijn oor. Dat was toen ik zag hoe koud het buiten was. Ik overwoog nog mijn muts op te doen, maar ik ging toch weer met een kale kop naar buiten. Dat viel erg tegen met zoveel wind.
In de volkstuinen zag ik de gevolgen van de nachtvorst. Niet alleen de negatieve (voor zover daar sprake van kan zijn), maar ook de positieve. Met name voor de liefhebbers van de echte boerenkool. Want die smaakt het beste na een nachtvorst. Ik ken mensen die een pak gesneden boerenkool een nachtje in de vriezer leggen. Maar dat vind ik tamelijk surrogaat. De smaak zit dan tussen de oren en niet op de tong.