donderdag 15 oktober 2015

Wimmie en de ooievaar

Gedurende een bepaalde tijd midden de jaren 50 woonden Renie (dochter van mijn tante Jet) en John bij ons. John werkte bij de luchtmacht. Zijn grote zwarte schoenen stonden vaak op de overloop naast de deur van de grote slaapkamer op zolder.
"Mam, waarom ligt Renie nog in bed?", vraag ik. Dit keer ligt Renie namelijk in het tweepersoonsbed van mamma en pappa, dat in de achterkamer staat.
Mamma reageert wat zenuwachtig. Ze zegt : "Renie krijgt straks een baby. Het wordt haar eerste kindje. De ooievaar komt zo." Terwijl ik haar beteuterd aankijk, voegt ze lachend toe : "Ga maar op het balkon kijken, dan kan je de ooievaar zien aankomen."
Ik ren naar de kapstok, doe mijn jasje aan en vlieg naar de deur van het balkon. Op het balkon kijk ik tussen de spijlen van het hekwerk door en zoek de lucht af. Ik heb daar behoorlijk lang staan kijken
september 1955
of ik misschien een grote vogel met een baby in een doek zou zien komen aanvliegen. Ik kreeg het zelfs koud. Maar helaas.  Ik heb wel de NZH bus een aantal keren zien langskomen in de Hoofdstraat.
Ik word het wachten beu en ga teleurgesteld naar binnen. Mamma staat in de gang. Als ik zeg dat ik de ooievaar niet gezien heb, lacht ze hartelijk : "Hij is al geweest! Hij kwam door de voordeur. Hij heeft een jongetje gebracht...." Ik heb die dag heel even de baby gezien, in Renie's armen in dat grote bed. Maar eerlijk gezegd had ik liever die ooievaar gezien.