vrijdag 23 oktober 2015

Over Psalmen en Gezangen

Ik heb op christelijke scholen gezeten. En de Zondagsschool bezocht. Ja, we werden christelijk opgevoed. Bidden voor en danken na het eten. Niet vloeken en je aan de tien geboden houden. Als het lukte hoor, want dat viel niet mee voor een jochie in een omgeving met veel verleidingen. De wetenschap dat straf mij wachtte '(wie zijn kind liefheeft kastijdt het' of  'wie niet horen wil moet maar voelen'), deed mij in veel gevallen gehoorzamen.
Naar christelijke scholen dus. Dat woord 'christelijk' stond vaak op de muur van het gebouw, in afgekorte vorm (Chr.) want voluit 'christelijk' was blijkbaar te duur. Op die scholen werd ook gebeden, uit de Bijbel gelezen en Psalmen en Gezangen gezongen. En geslagen. Van die kerkliederen moest ik voor elke maandag een uit mijn hoofd leren. Dat stond mij als kind al erg tegen. Ook daar gold bij overtreding van de regels : 'wie zijn kind liefheeft enz.'. Die Bijbelse tekst sloeg blijkbaar niet alleen op de eigen maar ook op andermans kinderen. Want een volwassene mocht elk kind slaan straffen.
Een van de eerste liedjes die ik leerde was : 'Er ruist langs de wolken een vriendelijke naam...' Dat was nog in de romantische fase van mijn pril geloof. Later kwamen de kerkliederen naar voren. Zoals  "Het hijgend hert der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar het genot van de frisse waterstromen dan mijn ziel verlangd naar God." Dat verlangen viel bij mij overigens nogal behoorlijk mee. Ik wilde vooralsnog van het oneindig lijkende leven genieten en zeker niet doodgaan.
"God roept ons broeders tot den daad, Zijn werk wacht, treed dan aan!" is meer een soort strijdlied. In mijn pubertijd had het woord 'daad' maar één betekenis. Samen met de tekst "gaat heen en vermenigvuldigt u",  was het dus wat mij betreft niet de bedoeling om voor het zingen de kerk te verlaten.
Tussen mijn 17e en 20 ste kwam er een soort ontwaken. Ik realiseerde me dat de volwassen gelovigen mijn leven inrichtten en ik weinig in mijn eigen geloofspap te brokkelen had. Geheel in stijl met de maatschappelijke ontwikkelingen in die tijd (jaren 60-70) kwam ook ik in opstand. Met gevolg dat mijn kerkbezoek en deelname aan de wekelijkse Catechismus op de maandagavond werden beëindigd. Tot groot verdriet van mijn zeer gelovige moeder.
Ik begon andere boeken te lezen over het ontstaan van de aarde, Jezus, God en het geloof in het algemeen. Die informatie heeft veel kleur gebracht in mijn geloof. Tja, de verloren zoon kwam weer thuis. Maar met veel meer ervaringen en een andere kijk op het geloof : Jezus is dus geboren in Nazareth en had geluk dat Johannes de Doper onthoofd werd. En Judas? Judas was in wezen Jezus' beste vriend. En zoals je weet, laat je je beste vriend belangrijke dingen voor je doen.