Ruud |
Op een ochtend zou mijn mamma mij naar de kleuterschool in de Hoofdstraat brengen. Ik denk dat het in de periode was, toen mijn broer Joop in de eerste klas van de lagere school zat. Ik ging namelijk alleen en voorheen ging ik samen met mijn broer Joop en later met mijn broertje Ruud. Maar goed, mamma zou mij dus wegbrengen.
Ze had haar mooie fiets naar buiten gereden. Die stond beneden aan de trap in het halletje, waar zich ook de meterkast bevond. Pa zette zijn fiets daar ook vaak neer, als ie hem dagelijks nodig had.
Mamma's fiets was een fonkel nieuwe, zo herinner ik mij. De fiets had trommelremmen en glimmende verchroomde remhendels en -stangen. Pa zal hem zeker bij Van Groeningen in de Bruggestraat gekocht hebben. Met 'die dove', zoals hij meneer van Groeningen soms oneerbiedig noemde, had pa een goede relatie. Midden jaren 60 kocht hij na onze terugkeer van Curaçao daar een paar splinternieuwe fietsen voor ons. Later reed meneer Van G. in zijn auto mijn broertje aan. Het zal niets met de relatie tussen mijn pa en meneer Van G. van doen hebben gehad.
met Joop |
Mamma zette haar fiets voorgoed weer in het halletje en die dag hoefde ik niet naar de Marijke school. Dat vond ik niet erg, want ik was niet zo blij met juf Meerburg. Ik heb mijn moeder sindsdien niet meer op die fiets gezien. Misschien heeft pa hem ingeruild toen hij een Batavus bromfiets kocht bij.... inderdaad Van Groeningen.
In diezelfde Resedastraat ben ik een keer aangereden. Door een meneer op een fiets. Het spatbord van zijn voorwiel boorde zich een weg in mijn kinderschedel. Met als gevolg een gat in mijn hoofd. Vlak naast mijn kruintje. Aan dat ongelukje werd ik jarenlang herinnerd. Bij elke knipbeurt begon de betreffende kapper over dat rare extra 'kruintje', dat gewoon een litteken is.