Een week voor zijn overlijden vertelde mijn broer mij een bijzonder verhaal. Toen ik weer op bezoek was, vertelde hij me dat hij 's nachts bezoek had gekregen. Het waren drie personen, die in een zee van licht bij het voeteneind van zijn bed stonden. Ze kwamen vertrouwd over, maar hij kon niet zien wie ze waren.
Een van hen zei, dat hij uit zijn bed moest komen. Na enige aarzeling deed Ruud dat. En zowaar, hij kon lopen en voelde ook helemaal geen pijn!
Ik vond het een bijzonder verhaal, vooral omdat mijn broer heel nadrukkelijk beweerde : "Het was echt geen droom!"
Een dag of wat later, toen ik hem weer bezocht, vroeg hij mij direct of ik naar de keuken wilde gaan. Ik had mijn jas nog aan, maar wilde hem graag van dienst zijn. Het klonk nogal dringend. De huiskamer kende een open keuken. Toen ik bij het aanrecht stond vroeg hij : "Staat daar mijn glas?" In de wasbak stond inderdaad als enige een glas dat half gevuld was met water. In het glas stond een rietje. Want mijn broer kon het glas niet optillen.
Mijn bevestiging over het glas, deed hem erg triomfantelijk kijken. Hij vertelde mij dat hij weer bezoek had gekregen van die drie figuren. Weer was de kamer licht en warm. En weer kwam hij uit zijn bed. Maar om te bewijzen dat het allemaal echt was, had hij dit keer zijn glas opgepakt en in de keuken in de wasbak gezet! Zijn vrouw noch zijn zoon hadden het glas verzet. Ik kon niet anders dan hem geloven. Het viel me op dat mijn broer sinds dien een stuk rustiger was over zijn naderende einde.
Later hoorde ik van andere familieleden soortgelijke ervaringen van mensen, die terminaal waren.