Medio jaren 70, na mijn vertrek bij Beecham, kwam ik bij het ASB computercentrum terecht. ASB (Algemeen Schoonmaak Bedrijf) was een uitzendbureau. Het computercentrum was eerst gevestigd in Den Haag op de Laan Copes van Cattenburch. Later verhuisde het naar Zoetermeer, waar een nieuw kantoorpand aan het Bredewater werd betrokken. Het afdelingshoofd was iemand zonder enige automatiseringskennis. Hij werkte eerder bij de kledingzaak HIJ, wat tegenwoordig WE heet. Hij verkocht daar kleding. Daar kwam hij in aanraking met 96-koloms ponskaartjes, die aan de kleding hingen. Dat was het enige wat hij van computers wist. Maar hij had een goede vriend die bij IBM werkte en dus werd hij het computercentrum binnen gereden als nieuw hoofd automatisering. Wat een ellende! De man zelf was best sympathiek, maar zakelijk gezien een onbenul.
Mijn collega's waren in eerste instantie werkvoorbereider Henk van E., computeroperator Theo B. en programmeur Maarten van D. Later kwam daar nog een operator bij, Bert(je) H. In Zoetermeer kregen we nog een paar collega's : Andries C., Rob R. en Pieter.
Na de verhuizing, in Zoetermeer, liep de onvrede op de afdeling vrij snel op vanwege de chaos en het gebrek aan (bege)leiding. Gesprekken ter verbetering van de situatie tussen een aantal collega's en de leiding leverden niets op. Hoewel, meneer vond dat hij de baas was. Als hij zei dat wij de vloer moest aanvegen, dan hadden wij dat maar te doen. Ik wees hem op mijn functiebeschrijving en daagde hem uit mij eens zo'n opdracht te geven. Dat is er nooit van gekomen.
Hij vond zijn functie nogal belangrijk als status. Meneer vond het o.a. belangrijk om een template of computerlijst op de hoedenplank van zijn auto te leggen. "Dan kan iedereen zien dat ik met computers werk", was zijn trotse betoog. Nou, lekker belangrijk. Toch heb ik ook daar weer veel geleerd en leuk samengewerkt met de collega's. In de periode schreef ik mijn eerste datacom-programma. Wat een gekras aan statements zeg! Inmiddels was ik groepsleider geworden. Ik wilde in die tijd een HBO opleiding doen op het gebied van IT. Ik moest daarvoor 1x per week naar school in Den Haag. Ik wilde daar zelf vrije dagen voor opofferen, maar ik kreeg geen toestemming van mijn HIJ-chef.
Later, na mijn vertrek, kwam ik in 1978 mijn leidinggevende een keer tegen toen ik als projectmanager bij een overheidsinstelling werkte. Daar keek hij erg van op. Vooral omdat het een vrij groot conversieproject betrof, waar hij ook mee aan de slag moest. Hij wilde van mij weten hoe ik het had aangepakt. Ik heb hem een en ander verteld, maar volgens mij was dat wat zinloos. Zijn automatiseringskennis was nog steeds erg beperkt.