Afgelopen week moest ik met een aanhangwagen achter de Matrix in een volle loods achteruit rijden. De loods stond vol metalen bakken. De neus van de auto stond tussen een paar van die bakken in. Ik moest de aanhanger achteruit een zijgang inrijden. Ook tussen bakken door. Het gangetje was nogal smal. Omdat ik niet volledig kon insturen vanwege de zeer beperkte ruimte, moest ik drie Ć” vier keer steken met een paar centimeter speling. Intussen stonden twee vorkheftrucks te wachten, totdat ik het pad had vrijgemaakt. De aanhanger stond een paar keer haaks op de auto. Hij zou zomaar de auto beschadigd kunnen hebben. Maar het lukte me toch om hem vlakbij zijn bestemming te manoeuvreren. Een kwestie van rustig rijden en sturen. Wat dat sturen betreft, dat gebeurt tegenovergesteld en ook nog eens op tijd. Vooral dat laatste kan lastig zijn, omdat het zicht op de achterkant van de aanhanger en het inschatten van afstanden vaak lastig is. De spiegels geven een enigszins vertekend beeld.
Omdat ik met de caravan achter de auto ook geregeld achteruit rij, om hem op z'n plek te manoeuvreren, ben ik wat bekend met het fenomeen. Maar op de camping heb ik vaak een zee van ruimte. En toeschouwers, die vanuit hun luie stoel meekijken wanneer ik achteruit de sleurhut op z'n plaats rij.
Wist je dat in het achteruit rijden ook wedstrijden worden gehouden? We hebben zelfs een kampioen daarin. Nee, het is geen vrouw. Maar vergis je niet, er zijn er die dat erg goed onder de knie hebben.