|
omwille van privacy |
Als kind kan ik me nog de korte periode herinneren, gedurende welke het zien van een auto in onze straat een bijzonderheid was. Tegenwoordig kan je de straat bijna niet meer zien, vanwege de vele auto's. Ja, we speelden toen nog op straat. Dat kon gewoon. Sporadisch een Citroën Traction (zo'n zwarte met treeplanken) of een grijze Morris Minor door de straat; tuut tuut! Voor het overige voornamelijk fietsers. Voor ons huis parkeerde de benedenbuurman zijn Bedford vrachtwagen. Naast de gezamenlijke voordeur stonden vaak een paar domme krachten tegen de muur aan. Nee, geen exotische hangjongeren, maar grote, lompe krikken die hun werk deden. Wij behoorden tot de weinige exoten in ons dorp. Rare exoten, want we gingen naar school en mijn pa werkte. We hingen niet op straat rond, vielen geen mensen lastig en hadden de ambitie om ook 'groot' te worden. Stom hè?
Na schooltijd voetbalden we op straat (slecht voor de bal, de neuzen van de schoenen en je knieën), hoepelden en deden spelletjes met de buurtkinderen. Als de 'juut' (of ballenjatter of klabak of wout) aankwam op de fiets, was het wegwezen geblazen. En anders gingen we de polder in.
Tegenwoordig zie ik enkel kinderen op straat als ze naar of van school komen. Dus 's morgens en in de namiddag. Het zijn er niet zoveel, want de meesten worden met een auto gebracht en gehaald. Dat zijn kinderen van ouders, die beiden werken. Ik zie nauwelijks kinderen op straat spelen. En als ik er een zie, dan roep ik : "Hé, een kind op straat!" Nee, ik maak er geen foto van. Vanwege strenge privacy-regels!