Zoals voorgenomen heb ik beide gemotoriseerde tweewielers een wasbeurt gegeven. We hebben door pekelvocht gereden, toen we naar Kampen zijn gereden. Delen van de droge B-weg lagen in de schaduw, waar het nog nat was van smeltwater.
Pekel is goed om vis en vlees in te bewaren. Al moet ik zeggen dat toen ik de eerste keer in een ton vlees in pekelwater zag liggen, ik spontaan last kreeg van een anti-peristaltische beweging. Voertuigen reageren anders op dat zoute goedje.
Ze gaan roestbruin uitslaan. Op aluminium zie je opeens bloemkool groeien. Zo'n wasbeurt biedt gelijk de mogelijkheid om de tweewielers te controleren. De spatlap die ik op de Hanway gemonteerd heb, doet zijn werk uitstekend. Het blokje was zo goed als gevrijwaard gebleven voor opspattend vuil en nattigheid. Op Sonja's snor zag ik, dat het blokje aan de achterkant (recht tegenover het achterwiel) behoorlijk veel vuil vangt. Daar zit wel een spatbordje, maar dat is duidelijk te kort. Dat wordt dus nog een spatlap monteren. Voor het overige viel het erg mee wat het vuil betreft. Beide fietsen zijn weer schoon en pekelvrij.