Natuurlijk was ik niet altijd even populair bij het personeel van mijn opdrachtgevers. Automatiseren was immers banenverlies, zo beweerde men. Ik heb daar ooit als beginnend automatiseerder een grapje overgemaakt. Een medewerker van een klant deed geregeld vervelend tegen mij, vanwege mijn uurtarief. Zijn werkgever wilde hem geen loonsverhoging geven, maar huurde wel een dure specialist in, aldus mijn plaaggeest. In plaats van bij zijn baas te klagen, deed ie vervelend tegen mij. Ik heb daar een eind aangemaakt door een keer tegen hem te zeggen, dat ik hem zou weg-automatiseren als ie zo door bleef gaan. Dat hielp. Hahaha! Ach, het was nog in de tijd dat velen IT'ers beschouwden als een geheimzinnig volkje tovenaars.
Niet alleen vanwege het hoge uurtarief, ook vanwege het succes lag ik vaak onder een vergrootglas. Er waren projecten waarbij het leek alsof ik het slachtoffer was geworden van een soort heksenjacht.
Zo'n jacht kwam meestal op gang zodra ik het rapport publiceerde, waarin de huidige situatie werd beschreven. Daarin stond vaak 'oneigenlijk gebruik' van systemen en processen beschreven. Of wel : situaties (nooit namen) waarin misbruik werd gemaakt van de werkgever. In logistieke omgevingen noemden we dat 'materiaalverlies', geen diefstal. Ik vormde voor hen een bedreiging zo dachten zij en lag daarom geregeld onder vuur. Maar ach, ik heb bij de infanterie gediend.
Ook in andere situaties kwam ik onder een loep en onder vuur te liggen. Zo waagde een directeur een keer tegen zijn manager IT te zeggen : "Jij werkt hier al 12 jaar en krijgt nooit een project af. Willem is hier voor het eerst en krijgt het wel voor elkaar." Nogal onverstandig van die directeur om zoiets te zeggen waar ik bij was. De IT manager reageerde niet op zijn directeur, maar op mij af.
Toen een medewerker zijn 25 jarig dienstverband vierde vroeg men mij hem toe te spreken. Voordat ik hem feliciteerde zei ik, dat het niet mijn gewoonte was om jubilarissen toe te spreken. Omdat de meesten bedrijfsblind zijn geworden na zo'n lang dienstverband. Vervolgens brak de hel los. Toen het weer rustig was vervolgde ik met de aanvulling dat de jubilaris een uitzondering op mijn regel was, omdat hij geregeld wel opleidingen volgde. Dat was een feit. Net zoals het feit was, dat de meesten van zijn collega's dat niet deden en desondanks elk jaar weer salarisverhoging kregen. Met alle gevolgen van dien voor het (negatieve) rendement van die afdelingen. In plaats van hun tijd alsnog aan opleidingen te besteden, begonnen zij mij zeer kritisch te volgen. Het lukte mij menige aanval af te slaan. Louter met behulp van mijn kennis en ervaring. Sommigen kwamen zodoende tot inkeer.
Tja, ik heb heel wat kritiek en dreigementen te verduren gekregen. Maar ik had toen een huid van een olifant.