Bijschrift toevoegen |
Later moest ik weer aan mijn eigen ervaringen denken, toen een van onze kinderen thuiskwam met het verhaal dat ie gepest werd, waarbij ook geslagen en geschopt werd. Ik adviseerde hem nog harder terug te slaan en/of te schoppen. Blijkbaar is dat toen gebeurd. Ik kreeg namelijk een verontwaardigde (christelijke) schooljuffrouw op mijn dak. "Slaan en schoppen mag niet!", zei ze boos. Ik verweet haar dat zij slecht of misschien helemaal geen toezicht hield tijdens de schoolpauzes op het plein. Dus beschouwde ik de incidenten ook als zijnde haar schuld. Ik heb mijn kinderen in elk geval geleerd van zich af te bijten en zeker niet de andere wang toe te keren. Het was geenszins mijn bedoeling vechtersbaasjes van hen te maken. Wel dat ze weerbaar zouden zijn, dan ik in eerste instantie was. Wat die naastenliefde betreft : als iemand je bedreigt of zo maar slaat, gaat die Bijbelse vlieger niet op.
Terugkijkend heb ik niet zo vaak gevochten. Mijn laatste schermutseling dateert uit 1970. Het kostte die jongeman na een paar waarschuwingen, een paar voortanden. Natuurlijk schrok ik daar zelf van. Maar ja, hij had erom gesmeekt en dan ben ik sociaal genoeg hem te geven waar ie om vroeg.
Ik heb ervaren dat mijn christen-zijn in mijn jeugd geleid heeft tot een soort watjes-houding. Gelukkig ben ik op tijd bekeerd. Ik voel me er prima onder en heb er geregeld mijn voordeel mee gedaan. Ik laat me sindsdien niet meer aan een kruis nagelen; ik ben Jezus niet.