Vandaag was ik onder meer naar de Action gefietst. Ik ging antislip matjes en een spuitbusje remmen-reiniger kopen. Toen ik nog wat rondkeek, kwam een meneer naast mij staan. Hij bekeek de roemruchte buitenbanden voor fietsen. Toen ik opzij keek, mompelde hij : "Ze zijn wel heel erg goedkoop." Ik kon zijn opmerking zowel letterlijk als figuurlijk bevestigen. Ik vertelde hem over mijn eerdere ervaringen met die buitenbanden en dat ik ze enkel onder stationsfietsen monteerde vanwege de hoogteslag van de band. "Maar", zo zei ik, "misschien zijn de banden nu beter."
Hij begon een band nauwkeurig te bekijken en zag een vreemde bubbel zitten. Hij vertelde, al knijpend in de buitenband, over zijn studerende zoon in Groningen, van wie voor de tweede keer een fiets gestolen is. Zijn knokkels liepen wit aan van het knijpen. Hij was voor die zoon weer een oude fiets aan het opknappen. Ik vroeg hem of zijn zoon geregeld alcohol dronk. Hij keek mij lachend aan, maar zei niets. Geen antwoord is voor mij ook een antwoord. "Met een dronken kop merken die studenten niets van zo'n rare fietsband", adviseerde ik hem. Ik vertelde hem dat onze zoon ook in die universiteitsstad studeerde en ook twee keer een fiets kwijtgeraakt is. De lucht was weer geklaard.
Van het een kwam het ander. Meneer was van mijn leeftijd, zeg maar een rijpe, vlotte jongeman, die in het onderwijs (o.a. met het vak ICT) heeft gewerkt. Haha! Hij vroeg mij direct of ik ook nog in Assembler had geprogrammeerd. Ja dus. Via de ICT kwamen we bij de militaire dienstplicht terecht. Meneer was een maand later dan ik in dienst gegaan : lichting 69-5. Hij had ervoor gekozen wat langer te blijven en de vertrekpremie te pakken. Ik had toen al weinig op met geld.
We braken onze verhalen maar af, want het liep wat uit de hand. Meneer had bedenktijd nodig, zo zei hij. Hij ging naar de kassa en vroeg de nog jonge dame of ze weleens klachten kreeg over de buitenbanden. Maar de dame wist van niets. Daarom zat ze achter de kassa. Denk ik.