Maar vanmorgen heb ik de CBX onder het afdak vandaan gesjord. De buddyseat en de zijkappen eraf en vervolgens de benzinetank losgemaakt. Dat is niet alleen een bout verwijderen, maar ook de benzine- en de vacuümslangen. Een lastig klusje, omdat die aansluitingen zich onder de tank bevinden. Maar gelukkig had in een balk (uit mijn oog) voorhanden, om de tank op hoogte te houden. Na dat klusje heb ik de bougiekappen losgemaakt.
Omdat de bougiegaten nogal diep liggen, verzamelt zich daar vaak vuil in de vorm van zand. Dat vuil kan, na demontage van de bougie, gemakkelijk in de verbrandingsruimte terechtkomen. Dus eerst maar de compressor erbij gehaald, om de ruimtes schoon te blazen. Daarna heb ik de oude bougies een voor een verwijderd. Cilindernummer 1 leverde een ietwat geblakerde bougie op. Misschien staat de betreffende gasfabriek wat te rijk afgesteld. De overige elektroden gaven dezelfde kleur. Niet echt koffiebruin, maar meer slappe koffiebruin. Dus wat mij betreft : oké.
Na controle van de elektrode afstand, heb ik de nieuwe bougies eerste met het handje erin gedraaid. Dan weet ik zeker, dat ze er op de goede manier en dus niet per ongeluk scheef ingaan. De laatste slagen heb ik met de ratel met dopsleutel gedaan, volgens de methode vast-is-vast. Tijdens de koffiepauze begon het te regenen! Ik moest als een speer naar buiten om de boel veilig te stellen tegen nattigheid.
Straks ga ik het frame en de bedrading ter plekke schoonmaken en controleren. Daarna kunnen de tank (met de truc met de balk) en de andere delen er weer op. Ready to ride. Ik heb het blok even gestart en weer viel me op dat de startmotor maar heel even hoefde rond te draaien tot de motor aansloeg. Het onderhoud aan het startrelais maakt toch een flink verschil.