Toen ik het zakje opende, kwam mij geen geur tegemoet die overeenkomt met die ik in mijn gedachte had. Geen geur dus, geurloos. Volgens mijn geurengeheugen zou ik de geur van garnalen of iets vissigs moeten ruiken in combinatie met meel. Maar ik rook niets! Echt helemaal niets. Ik kijk even naar Fenna. Normaal steekt ze na zo'n scheurend geluid van een zakje direct haar neus omhoog. Maar ook Fenna ruikt blijkbaar niets.
In het zakje zag ik wat bleke stukjes liggen. Echt bleek, bijna wit. Maar waarschijnlijk bleek van schrik. Ze moesten kroepoek voorstellen, 'gemaakt met tapioca en garnalen uit de Javazee' is nadrukkelijk op de verpakking te lezen. Misschien om de leugen rond de inhoud extra te weerspreken.
Toen ik zo'n bleek chipje in mijn mond stak, proefde ik nog steeds niets. Dus nam ik een extra stukje. Maar zonder succes, want ik proefde nog steeds niets. Smakeloze kroepoek dus. Ze hadden ook tapiocachips genoemd mogen worden. Garnalen uit de Javazee trekken blijkbaar bleek weg als ze gekookt worden en ze raken hun smaak kwijt. Die uit de Noordzee worden roze van kleur en de smaak blijft behouden. Een kleur die trouwens ook in de smaakvolle kroepoek terug te vinden is. Net zoals de smaak van de garnalen.
Als ik aan kroepoek denk, zie ik mijn oma in haar keuken staan achter haar groene Pelegrim gastoestel. In een wadjan met hete olie rekte ze stukken kroepoek al friturend met twee vorken op tot een lang geheel. Haar kroepoek zag er heel licht bruin uit met her en der roze stipjes van de garnalen.
Deze kroepoek heeft slechts één voordeel : je kunt hem eten zonder dat je hond voor je komt zitten. Het is meer een kroepoek voor mensen die geregeld alcohol nuttigen. Die proeven toch al niets.