Tijdens de wandeling met Fenna, staat ze even bij een bankje te snuffelen. Terwijl ik geduldig wacht tot madam uit gesnuffeld is, komt een meneer op een fiets aan. Hij groet mij en ik hem. Meneer stopt, parkeert zijn fiets en neemt even pauze met een versnapering dat hij uit een tupperware doosje haalt. Als even later een stel over het fietspad langskomt, begint meneer te vertellen. "Ik kwam ze onderweg tegen. Ze liepen voor mij aan de verkeerde kant van het fietspad", zei hij, "rechts." Gevolgd door de vraag : "Of heb ik het verkeerd?" Ik vertelde hem dat ik zelf al een paar keer aangesproken ben, omdat men vond dat ook ik aan de verkeerde kant liep. Ik loop met Fenna altijd aan de linker kant, zodat ik het naderend verkeer tijdig kan zien. Iets waar ik als jochie mijn verkeersdiploma aan overgehouden heb. Haha.
Daarna gaat het vooral over fietsen. Fietsen als ouder iemand, want meneer is tachtig jaar, zei ie. Ook hij vindt dat er heel erg snel gereden wordt, waardoor anticiperen alsmaar lastiger geworden is. Alles gaat sneller en zonder rekening te houden met anderen. Ook tijdens het inhalen / passeren. Aan onverwachte stuurbewegingen vanwege mechanische of fysieke problemen of van schrik wordt niet gedacht. De leeftijd speelt natuurlijk ook een rol. Wij reageren minder snel, zijn minder soepel en onze botten worden brozer. Als het moet dan zal hij een helm opzetten. Maar niet eerder.
Het is hem ook opgevallen, dat verkeersdeelnemers veel slordiger zijn. "Het lijkt wel of ze de regels niet kennen", concludeert hij. Ik kan niet anders dan zijn zienswijze beamen. Maar misschien komt het, omdat we in dezelfde leeftijdsgroep zitten. Tja, we zijn oud. Het aanpassen wordt lastiger. En daarmee het overleven.