Toen Fenna en ik terugkeerden van de middagwandeling, zag ik een bekende worstelen met een fietstas. Je weet wel die quasi handige riempjes die je onder de tas aan de bagagedrager moet vastzetten. Ik schoot haar even te hulp. Ik vroeg haar of ze soms een andere fiets gekocht had. Maar het bleek een geleend exemplaar te zijn. Die van haar is kapot, al wist ze niet precies te vertellen wat eraan mankeerde. Ik bood haar aan de fiets tegen 0 tarief na te kijken. Ze heeft het niet breed, vandaar. Komt bij dat ik hier in het schuurtje een kistje vol losse onderdelen heb.
Toen de fiets tevoorschijn kwam, zag ik dat de rem van het voorwiel bleef hangen. Het stuur had veel te veel speling in het balhoofd. Ik heb de fiets meegenomen. De fiets is een Batavus Mambo. Ik zou niet weten hoeveel ik van die fietsen rijklaar gemaakt heb. Dus een bekend model voor mij. Ik had al een donkerbruin vermoeden wat er met het balhoofd aan de hand was. Ik wedde met mezelf dat het om de moer ging. Nadat ik het stuur en de stuurvergrendeling verwijderd had, zag ik dat op het uiteinde van het balhoofd geen moer aanwezig was. Die was tijdens het gebruik naar boven gedraaid en lag los in het kapje van de stuurvergrendeling. Omdat er blijkbaar toch lang zonder die moer gereden was, zag ik dat het schroefdraad van de vork beschadigd was. Of beter : zo goed als weggesleten. Ik heb de kogellagers van wat vet voorzien en toen met de moer aan de slag gegaan en het versleten schroefdraad. Toch lukte het me om de moer er weer op de krijgen. De speling was daarmee opgelost.
De rem heb ik gelost en daarna kabels en andere bewegende delen gesmeerd. Als afronding heb ik de versnelling afgesteld en een proefrit gemaakt. De fiets is weer in orde. De eigenaresse was er zeer blij mee. Ze beloofde mij een reep chocolade. "Puur graag", zei ik nog.