Toen wij in 1978 overwogen de flat aan het Savelsbos in Zoetermeer om te ruilen voor een eengezinswoning, schrokken wij van de procedure. We moesten minstens twee kinderen hebben, een bepaald inkomen en zo'n 3 jaar wachten. Kwam bij dat de huur van zo'n woning op dat moment al bijna 600 gulden / maand bedroeg. Die zou 3 jaar later nog hoger zijn. We zijn toen vanuit dat huurbedrag terug gaan rekenen naar een hypotheekbedrag om zodoende onze financiële mogelijkheden vast te stellen.
Toen ik een keer op kantoor met wat collega's sprak over het kopen van een woning en het afsluiten van een hypotheek, maakte een van hen een verrassende opmerking. Hij zei op serieuze toon : "Jouw ouders leven toch nog?" Ik begreep zijn wending aan het gesprek niet direct. Maar toen vertelde hij, dat hij alles van zijn ouders had gekregen. Hij woonde op zichzelf in een gekocht appartement. Dat was volledig ingericht dankzij de bankrekening van zijn ouders. Zijn moeder deed zijn was en zijn pa had ook nog een auto voor hem gekocht. Hij bracht het alsof het de normaalste zaak van de wereld was en deed voorkomen alsof onze ouders nalatig waren. Ik beperkte me maar tot de opmerking : "Wij staan liever op eigen benen." Niet veel later verhuisden we naar Schoonhoven, waar we ons eerste huisje hadden gekocht.
Later hoorde ik vaker over ouders die van alles en nog wat voor hun kids kopen. Ik merkte bij die kids dat ze geen sjoege hebben van de waarde van spullen en geld. Ze zien ook niet de noodzaak om te gaan werken voor geld. Ze zullen het later lastig krijgen. Al kan het best zo zijn, dat hun ouders hen zeer verzorgd achterlaten.